MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19210307 R.N. Roland Holst aan Matthijs Vermeulen

Richard Roland Holst

aan

Matthijs Vermeulen

Zundert, 7 maart 1921

7-3 '21

Beste Matthijs.

Per keerende post antwoord. 't Spijt mij wel, maar ik kom deze week niet naar stad, ik denk zelfs dat ik er niet zal komen voor half April, − even aarts hok-vast als jij! 't Spijt mij vooral daarom erg, omdat ik dan zeker aan jou en Cornelis gevraagd zou hebben of ik die cello-sonate ook mocht komen hooren − desnoods onder voorwendsel dat dit een aanloop voor mij had kunnen zijn voor het portret.

Dat portret wordt een va-banque spel. Ik ben 't met Annie eens, dat die baard zelfs na den dood van Debussy niet te verdedigen is, 't is "malerisch" maar Mahler is grafischer, − en dit moet een houtsnede worden. Maar stel je voor dat portret mislukt, en jij scheert je baard, en vervloekt mij dan iederen morgen onder 't scheeren in de Houten Lepel.

Laat ik 't eerst futuristisch probeeren, dat geeft niemand last, en 't compromitteert niemand.

Als je Wijdeveld spreekt sommeer hem dan mij de afmetingen van de pagina en die van de drukspiegel te melden. Ik vroeg er hem al twee keer om.

Ik had graag veel meer in de copie van je boek gelezen, maar er was toen geen gelegenheid voor.

Wat je over Diepenbrock schrijft in je brief, lijkt mij ontstellend juist, zoo ontstellend dat ik je verzoeken moet, als iemand per abuis 't eens over mij heeft, maar niets te constateeren, − ik vrees dat 't ook zeer "cassant" zou uitvallen, en 't ergste zou zijn dat ik 't vermoedelijk er nog mede zou moeten eens zijn ook. Stuur ze dan liever naar je vrouw, die zal 't zachthandiger maken.

De vergelijking met "de Dam", is − helaas zou ik bijna zeggen − wel erg juist, gruwbaar juist!

Dat die Nieuwe Kroniek je op die wijze gaat vervelen verwondert mij niet, wat een gesukkel. Die typografie vond ik ook mal, en schreef 't Wiessing en eerlijkheidshalve ook aan Mag Kropholler. Die zegt 't went wel. Ja wel, je went ook wel aan toevallen, − maar ik vind 't een nare manier van een artikel om zeep te maken, en den schrijver als een kortademige voor te stellen, die een heele tijd moet paffen voordat hij weer stoom heeft.

Ik hoop dat jullie 't prettig hebben zult in stad.

Hartelijke gr. van ons

R.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA