MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19580102 T.A. Feltkamp-Meijer aan Matthijs Vermeulen

T.A. Feltkamp-Meijer

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 2 januari 1958

Amsterdam, 2-1-58

Geachte Heer Vermeulen, lieve Thea,

Nu ik vanochtend lees, dat Uw gezin niet zover weg getrokken is, als ik gedacht had, weer naar Frankrijk, en nu de boeiende beschrijving van van der Ster mij weer terugbrengt in de jaren, dat ik U hier in Amsterdam aan de gracht − met een tuinhuis – wist, heb ik behoefte te zeggen dat ik U deze jaren gemist heb.

In de eerste plaats Uw stukken in de Groene. Deze las ik altijd het eerst en genoot er van als Uw uiting, maar ook vooral de vorm en woordkeus, het geheel, waarin U Uw gedachten weergaf.

En iets anders heb ik in het stadsbeeld verloren: een klein huppelend meisje, druk, vol belangstellend praten met een vader, die rustig luisterend voor zich uitkijkt. Iedere dag even vóór half 2 als ik de Spiegelgracht langs reed kwam ik U tegen, eerst hand in hand, later sprong ze op eigen benen los naast U. Naar welk schooltje U haar bracht?

Dit zijn van die herinneringen van mij, die mij iets zeggen, omdat ze het leven van Thea betroffen, die de schakel werd tussen U en mij.

Ik weet dus nu dat U in Laren woont − daar zal ik niet gauw komen.

Kunt U niet weer wat voor ons schrijven; naast Uw muziek ook nog iets van Uw gedachten in woorden omzetten?

Ik hoop, dat het U daarbuiten goed gaat, en ook Thea.

Met beste groeten – hoogachting

T.A. Feltkamp Meijer.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA