Matthijs Vermeulen
aan
Chris van der Meulen
Amsterdam, medio januari 1908
Vrijdagmiddag.
Mi Carissime,
Ik zal je maar gewoon gaan vertellen hoe het gegaan is met me sinds s'avonds aan 't station in Venlo of liever sinds s'morgens in A'dam. Ik was zoo wat ziek aan gekomen en stond wat ziek op. Ik zette mijn ontbijtje klaar en af. Toen ging ik muziek maken. 't Lukte niet. Want aldoor kwam me zoo'n melancholisch gevoeltje machteloos maken. Toen ging 'k schrijven naar van Well. Ik zocht een paar artikelen van vroeger en stuurde hem die. Anderhalven dag later had ik een brief van hem met veel bemoediging. Tegelijk een briefje van van Vessem. 's Woensdag ben ik een ontzaglijke wandeling gaan maken. Ik geloof dat het sneeuwde. Ja. In een duivelschen sneeuwstorm heb ik een uur of drie moeten
[slot ontbreekt]
origineel verloren gegaan; gepubliceerd in Christian van der Meulen Matthijs Vermeulen / zijn leven, zijn muziek, zijn proza (Nieuwkoop 1982), 71