MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19650929 Thea Vermeulen-Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Vermeulen-Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Laren, 29 september 1965

29-9-65

½ 10

Matthijslief, hoe vreemd dat dit mijn laatste briefje wordt! Ondanks alles wat het inhield aan verdriet, heb ik dit schrijven 's avonds toch heerlijk gevonden.

Heel schatteboutig van je om toch nog op te bellen! Merci. O. kwam me ermee tegemoet. En wat verstandig om aan die prullenbak te denken! Met het opruimen van wat uitgevallen bloemetjes moet ik, de bril in de hand houdend, alles ineens weggegooid hebben. Zo'n dommerikje! En het moet zacht gevallen zijn, anders had ik het gehoord natuurlijk.

Ik heb je geen briefkaartje geschreven, ofschoon ik jouw briefje al in de tram gelezen had. Maar ik ging op het busstation dadelijk naar de "Inlichtingen"(hoewel het me haast te gek leek dat ik de bril in de bus neergelegd zou hebben – maar de prullenmand is net zo gek.) En bij die Inlichtingen was een chaf die stond te telefoneren. Zo moest ik wachten en me haasten om nog in de bus te komen. Daar kon ik wel zitten, maar hij was afgeladen vol met kinderen die kennelijk van een schooltochtje naar huis gingen. Ik zat dus niet genoeg op mijn gemak om wat te kunnen krabbelen.

Maar morgen staat alles al in het teken van naar-huis-gaan, dan is dus ook het briefkaartje niet meer nodig als trait d'union.

Ook het reizen deed ik, ofschoon het buiten-verband-beschouwd niet prettig is, met plezier.

Zullen we hier thuis nu meer samen doen? zolang er nog geen sprake is van werken? "Eerst de kat maar eens uit de boom kijken"!

Ik kan weer niet ophouden! Het gebedje had ik al gedaan. Ik moet dus nu gewoon een . zetten. En je bonne nuit toewensen –

Dag mijn schat, tot morgen –

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA