Matthijs Vermeulen
aan
Philip Treffers
Laren, 17 augustus 1965
Laren (N.H.) Drift 45; 17-8-65;
Beste Philip, Dèr Mouw's twee bundels Braman hebben mij als componist niet veel opgeleverd. Hij is meestal een waar dichter; altijd een ongeëvenaard vinder van rijmen; altijd precies en exact in de uitdrukking en de beweging van wat hij te kennen en te voelen wenst te geven. Maar in bijna al zijn verzen krioelt het van afkortingen (doe'k; zie'k; neen 't; 't rollend; 't west; 'k was; 'k ben; 'k zie; 'k sta; 'k sloeg; 'k liet; 't van; 't uit 't wereldhart etc. etc.) die volstrekt onzingbaar zijn, en als zij verstaanbaar gezongen konden worden, dikwijls de malste woordspelingen zouden bevatten. Dat merkte ik pas nu, Adwaita beschouwend met het oog van de componist.
Maximum trof ik er vier gedichten die me bruikbaar lijken. Het vierde echter is dubieus. Zou je me de derde bundel nog willen bezorgen om te zien of er misschien nog wat in te ontdekken valt? Je zoudt het even kunnen komen aanreiken, wanneer je dat zint. Graag een telefoontje dan.
Met hartelijke groeten
M.V.
briefkaart
vooralsnog louter in fotokopie overgeleverd
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA