MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19640123 B.J.M. van der Kleij aan Matthijs Vermeulen

B.J.M. van der Kleij

aan

Matthijs Vermeulen

Zwolle, 23 januari 1964

Zwolle, 23 januari 1964.

Groeneweg 172.

Zeer geachte Heer Vermeulen,

Door een uitvoering van uw tweede symfonie o.l.v. Eduard van Beinum werd ik bijna negen jaar geleden diep getroffen. Ik heb sindsdien getracht een enigszins volledig beeld van uw werk te krijgen maar ik ben tot de konklusie gekomen dat de artikelen die er zo af en toe over u geschreven worden op een punt althans niet naast de waarheid zijn: namelijk dat ieder streven om met uw werk op goede voet te komen vergeefs is.

Het enige dat mijn gebedel bij de bekende geluid-konserverende instellingen heeft opgeleverd was een bandopname van uw zesde symfonie, die een juffrouw van Donemus mij met een medelijdende blik in de ogen voor enige dagen afstond.

Ik heb dit werk laten horen tijdens een lezing over nederlandse muziek die ik voor een groep buitenlandse studenten hield. Deze mensen waren door hun onbekendheid met de nederlandse muzikale toestanden onbevooroordeeld en vroegen dan ook na afloop om herhaling.

Helaas bezat ik in die dagen nog een zeer slecht bandopname-apparaat, zodat het tegen alle wetten ingaande maken van een kopie niet mogelijk was.

Bij deze stand van zaken lijkt het mij niet langer onbeleefd u met een verzoek lastig te vallen: kent u een mogelijkheid waardoor ik bandopnames van uw komposities kan beluisteren en eventueel voor eigen gebruik (genoegen) mag kopiëren?

Ik hoop dat u zult begrijpen dat dit verzoek voortkomt uit een grote bewondering voor de enkele werken die ik van u ken.

Hoogachtend,

B.J.M. van der Kleij.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA