Matthijs Vermeulen
aan
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (J. Hulsker)
Laren, 28 december 1960
Laren (N.H.)
Drift 45
28 dec. 1960
Hooggeachte Heer Hulsker,
Aan het einde van dit jaar ben ik U wederom verantwoording schuldig over mijn arbeid in verband met de opdracht tot het componeren van enkele liederen, die ik in 1957 de eer had van U te ontvangen, doch waarvan de volledige uitvoering herhaalde malen onvoorziene vertragingen ondervond.
Mijn werkzaamheden hebben zich anders ontwikkeld dan in mijn voornemen lag.
Toen het eerste mijner ontworpen liederen (van grote omvang) gereed was, kozen mijn gedachten een richting die ik niet verwachtte.
Ik kon de neiging niet weerstaan om te beginnen aan een Strijkkwartet, waarvan ik inmiddels de vererende opdracht Uwerzijds gekregen had bij schrijven van 20 juni 1959.
Op het ogenblik is dit werk voor ¾ voltooid, en ik heb goede hoop U deze compositie te kunnen inzenden omstreeks de vastgestelde termijn van 1 maart 1961.
Zodra dit Strijkkwartet beëindigd is, denk ik voort te gaan met de onderbroken liederen-cyclus.
Vertrouwend op de welwillendheid welke U mij reeds betoond hebt, meen ik ook bij deze onvermoede wijziging te mogen rekenen op Uwe instemming, en verblijf ik onder aanbieding mijner oprechte wensen voor een gelukkig en in alle opzichten voorspoedig Nieuwjaar,
met grote hoogachting,
Uw dw.
Matthijs Vermeulen.
transcriptie vanuit fotokopie, tevens concept
origineel: Nationaal Archief
concept: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA