MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19591129 Matthijs Vermeulen aan Rob du Bois

Matthijs Vermeulen

aan

Rob du Bois

Laren, 29 november 1959

Laren (N.H.)

Drift 45

29 nov. 1959

Zeer Geachte Heer du Bois,

De hele zomer heb ik langs een korenveld gewoond, en vanaf het opkomen der sprietjes totaan het uur dat ik de maaiers hoorde aanrijden, heb ik er elke dag naar gekeken, steeds met plezier, dikwijls met verrukking. En wanneer U zo'n korenveld waarvan alle halmen geleidelijk het licht-spectrum schijnen te doorlopen, iedere week een nieuwe schakering en altijd even schatrijk van de bekorendste kleuren-taal, om langzaam te rijpen tot het meest rembrandtieke goud, met hier en daar een zacht-gloeiende klaproos, wanneer u zo'n korenveld, in zijn wezen beschouwd, wilt zien als een analogie met mijn zesde symphonie (les minutes heureuses!) dan zou ik geen juistere, geen treffendere gelijkenis weten, hoewel ikzelf nog niet eraan gedacht had.

Maar mag dat in deze grimmige, isegrimmige tijd? Zal men mij vergunnen en gunnen een "pastorale" te componeren? Sommigen wel. Sommigen niet. Voor hen zal het la-do-ré een provocatie zijn. Des te beter. Ik heb me daarvan voortdurend rekenschap gegeven, zonder dat het me hinderde. Zij mogen die solo voor engelse hoorn miskennen. Tant pis pour eux.

Wat nu het chaotische, de brei, etc. aangaat, waarmee mijn ex-collega's-recensenten mijn klank niet zelden allegoriseren, dat moet u bij die mensen maar verontschuldigen. Soms hebben zij gelijk. Maar als zij zich even bezinnen konden, zouden zij dat niet constateren als een inhaerente fout van de componist. Dit zit zo: Hoeveel keren heb ik zelfs "homophone" stukken van klassieke meesters, beroemd om hun helderheid, horen veranderen in een "groezelige brei", wanneer de dirigent, ook de beste!, toevallig niet genoeg repetities had kunnen krijgen om óók dat répertoire-stuk in de puntjes af te werken! Bij de geringste ongelijkmatigheden in de verschillende instrumentale groepen ontstaan dan telkens interferenties die het ganse coloriet vervalen, vervuilen, vergrauwen. Ik nu, heb nog nooit een mijner symphonieën in haar geheel tot in de puntjes afgewerkt gehoord. Daarvoor was nimmer tijd beschikbaar. Midden in een frase heb ik de spelers hun instrumenten zien neerleggen precies op de seconde dat de klok het uur wees waarop de repetitie was afgelopen. Maar ik weet dat de helemaal afgewerkte passages en de helemaal gelukte passages niet als brei geklonken hebben. En van de overige weet ik zéker, dat ik ze met dezelfde zorg, d.i. met het maximum van nauwgezetheid, georganiseerd heb, om, als ze exact gespeeld worden, helder te klinken als uw korenveld. De fragiliteit van alle klank (enkele instrumenten b.v. hoeven slechts een beetje te detoneren) is dermate schrikbarend, dat, als men bij het componeren daaraan dacht, men geen noot meer zou durven zetten. Ik paai me dan met de gedachte, dat een enigszins wel menende hoorder zich door zulke accidenten niet van de wijs zal laten brengen. En zo is het ook. Behalve dan bij een deel der critici.

U citeert uit mijn vierde en vijfde symphonie twee voorbeelden die mijzelf dierbaar en onvergetelijk zijn. Ja, die c bruiste en ruiste als "een goddelijke stroom" waarover sommige dichters het hebben. En het begin van het Andante der vijfde zou ik mij willen heugen op het ogenblik dat ik voor 't laatst het licht zal zien. Dat zijn muzikale momenten om het vertrouwen te herwinnen als men wankelen zou. Daarbij kan ik nu, gelukkig, de episode voegen die begint bij cijfer 50 van de partituur der Zesde, en het slot.

Uw "ontboezeming" heeft mij zeer verheugd en verwarmd. Voor de bewijsbare echtheid mijner muziek heb ik geen andere zekerheid dan de herinnering aan de minuten waarin zij ontstond uit mijn binnenste, en mededelingen zoals de uwe. Ik hoop u op een goede keer te ontmoeten, waar en wanneer dan ook.

Met vriendschappelijke gevoelens,

Matthijs Vermeulen.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA (schenking mevr. V.P.C. du Bois-van Waveren)