MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19560320 W.H.F. Meijer aan Matthijs Vermeulen

W.H.F. Meijer

aan

Matthijs Vermeulen

Schiedam, 20 maart 1956

Schiedam, 20 Maart 1956.

Zeer Geachte Heer Vermeulen,

Ik maak mij ernstig bezorgd.

Ik heb vanavond het beroemde Quartetto Italiano in een uit het hoofd gespeeld Mozart-programma gehoord en het had in de verste verte niets met Mozart te maken. Maar dit is het ergste niet.

Ik heb deze halve avond (want ik ben na de pauze woedend en wanhopig weggegaan) naar het geluid van strijkinstrumenten zitten luisteren, die bespannen waren met stalen snaren onder een druk waar de geniale makers nooit van hebben kunnen vermoeden, dat hun schepping ooit aan zou worden blootgesteld. Met als gevolg een geluid niet van merels en nachtegalen, maar van toeters en trompetten.

Mijn bezorgdheid geldt het enthousiasme van het publiek. Men wordt blijkbaar ongevoelig voor de specifieke klankschoonheid van een met darmsnaren bespannen strijkinstrument. Als de gevoeligheid hiervoor verdwijnt vrees ik, dat deze klank over enige tientallen jaren niet meer geproduceerd zal worden omdat er "geen vraag meer naar is". Ik kan hier niets tegen doen.

Ik kon vanavond slaande ruzie krijgen met mijn beste vrienden. Een belt mij zojuist na afloop van het concert op met de mededeling je hebt gelijk. Wij zijn dus nu met zijn tweeën.

Doet U mee? Want U kunt hier iets aan doen.

Is het aan te nemen, dat een publiek zich zo laat épateren door het uit het hoofd realizeren van een serie kwartetten, dat het vergeet, dat het zijn schreden deze avond niet naar een variété, doch naar een concertzaal heeft gericht?

Ook ik heb bewondering voor deze prestatie, zoals ik die heb voor jongleurs en rekenwonders, maar ik ben volkomen onbevooroordeeld van huis gegaan, want dit ensemble had ik nog nooit gehoord, om muziek te horen, en ik kan niet meer. Ik heb Capet en de Bohemers nog in mijn oren, heb 40 jaar kwartet gespeeld en horen spelen en heb van de erbarmelijkste dilettant soms een toon gehoord, waar ik deze hele avond tevergeefs op heb gewacht.

U denkt waarschijnlijk dat ik niet goed wijs ben, maar dat denk ik van U ook wel eens. Ik moest dit alles even kwijt, maar wist niet aan wie en dacht toen opeens, ik schrijf Matthijs Vermeulen.

Misschien haalt dit schrijven net mijn prullemand, zo niet, dan zeer waarschijnlijk de Uwe.

Toch houd ik, althans vanavond, nog een stille hoop, dat het iets verder komt. Mocht deze ijdel zijn, dan toch in ieder geval,

met zeer veel hoogachting,

Uw dw.

Meijer

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA