MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19551029 Jan Koetsier aan Matthijs Vermeulen

Jan Koetsier

aan

Matthijs Vermeulen

München, 29 oktober 1955

München 25, 29 Oct. 1955.

Zeer geachte Heer Vermeulen!

Naar aanleiding van de première van mijn III. Symphonie te München op 25 en 26 November a.s. onder de leiding van Eugen Jochum in een openbaar Abonnementsconcert van de "Bayerischer Rundfunk" in de "Herkules-saal der Residenz" veroorloof ik mij, na even geaarzeld te hebben, een persoonlijk woord tot U te richten.

Mag ik, om te beginnen, mijn onverdeelde bewondering uiten voor Uw "muzische pen", die mij in de afgelopen jaren menig genot bij de lectuur van de "Groene Amsterdamer" verschaft heeft.

Toch moet mij iets van het hart, en U gelieve deze openhartigheid niet als ressentiment maar als een toegestoken hand op te vatten.

U heeft mij enkele jaren geleden ten zeerste en ten onrechte gegriefd door politieke verdachtmakingen in Uw critieken over mijn muziek te publiceren, die met de kunst als zodanig niets te maken hadden. Daar ik tot op heden in mijn gevoelens als goede Nederlander ten zeerste geschokt ben en de uitwerking van Uw invloed bepaalde kringen van Nederlandse musici aanleiding heeft gegeven een "taboe" voor mijn existentie als dirigent en componist te zetten, lijkt het mij wenselijk, U op mijn laatste werk attent te maken en U gelegenheid te geven, van de politieke sfeer terug te stappen naar een zuivere kunstcritiek – moge mijn muziek goed of slecht zijn, U bevallen of niet.

Mocht U mij de eer bewijzen, bovengenoemd concert te willen bijwonen, hetgeen ik zeer op prijs zou stellen, gelieve U tijdig kennis te geven voor eventuele plaatsen, daar deze concerten regelmatig uitverkocht zijn.

Inmiddels teken ik

met de meeste hoogachting

Uw dw.

Jan Koetsier

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA