MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19530418 Frederick Franck aan Matthijs Vermeulen

Frederick Franck

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 18 april 1953

Zaterdag, 18-4-53.

Zeer geachte Heer Vermeulen.

Toen ik vanmorgen uw brief kreeg wist ik meteen dat deze voor mij de belangrijkste reactie, het belangrijkste resultaat van deze tentoonstellingsreeks zou beteekenen. Van veel meer gewicht dan de verkoopen (die ik altijd 'n goede indicatie vind: het criterium of men van zijn geld wil scheiden voor 'n schilderij...) en zeker dan de goede en minder goede kritieken die men zooal ontvangt.

In mijn ontroering over Uw aandacht, begrip en generositeit wilde ik u meteen opbellen. Ik heb dat niet gedaan, want morgenochtend ga ik uit Amsterdam weg en heb nog veel te regelen, en ik wil dit waardevol contact niet verwateren door 'n haastige ontmoeting te trachten te arrangeeren instede van een geconcentreerd gesprek. Een volgend maal terug in Holland hoop ik u te mogen ontmoeten. Wanneer ik zeg dat ik uw catalogue raisonné apprecieer is dat een van de meest overdreven understatements die ik bedenken kan: ik ben het haast overal volkomen met uw [sic] eens.

Voor mij is het schilderen steeds weer opnieuw het probleem van 't eerste en laatste schilderij. Het is misschien niet àf, maar hoewel m'n ideaal ergens in de buurt van Uccello ligt (uiterste gebondenheid van inhoud en vorm-kleur, uiterste spanning en consequentie in structuur) ben ik daar innerlijk heelemaal niet aan toe: ieder keer is het schilderij niets dan een poging om een ander aspect van de levens-ervaring zijn plastisch equivalent te geven. Dat het mij hier en daar gelukt is, iets mede te deelen daarvan, en speciaal aan een mensch die ik artistiek zoo hoogschat als u, is een groote en diepe bemoediging.

Mag ik nog even toelichten b.v. dat "Amsterdam" zonder eenige schets geschilderd werd uit 'n zucht om zonder eenige vormimitatie (het eenig "herkenbare" zijn die paar gevelprofieltjes er op het laatste oogenblik in gezet) zóó de kleur en tactiele steenigheid van Amsterdam te evoceeren dat het Amsterdam geworden zou zijn voor wie die stad kende? Alle Europeesche onderwerpen zijn in principe op gelijke wijze in Amerika ontstaan, zij het meestal met behulp van 'n schets. "Onder water" is de nacht van de overstrooming (vóórdat ik het wist), geschilderd als resultaat van rustelooze slapeloosheid. Toen de radio de volgende ochtend ons de ramp mededeelde voelde ik pas hoe sterk de wortels zijn die ons op 3000 mijl afstand met de geboortegrond verbinden blijven.

Ik ben het volkomen eens met uw critiek op het "impressionistisch" groen van Maassluis waaraan ik verder zou willen werken. Ik ben het gloeiend eens over het "Fransche" element in Fête: het is wat ouder en dat element van gemakkelijke charme, en het leuke blauw tegen het vroolijke geel (dat ons vanuit Frankrijk het moderne kleurgevoel gegeven heeft) heb ik uit m'n tegenwoordig werk gegooid. Het schilderij begint meestal wèl in dat coloriet maar wordt dan verdiept door het tien maal kapot te maken en weer dóór te schilderen totdat ik het innerlijk verantwoord vind. Dat is niet het geval met b.v. de Arend: een vlug geschilderde schreeuw, als verf veel meer cru, zonder deze pas recent meer begrepen drang naar verinnerlijking. Wie het doek of het notenpapier gekozen heeft als het slagveld waarop hij met het leven strijdt, wint of verliest op dat veld de partij. Het toernooi mogen wij herbeginnen tot op de dag van onze dood. En hoera, wij leven nog! Nòg kunnen wij opnieuw beginnen: welk een genade! Wat een waan, deze moderne illusie dat wij zouden kunnen maken wat wij niet zijn. En welk een verwaandheid te gelooven dat in onze geschonden en verwarde tijd wij het gave kunstwerk zouden mogen scheppen! Als het ons nu gegeven mocht zijn uit de ge-atomiseerde elementen opnieuw iets te bouwen dat in de menschelijke ziel geïntegreerd zou kunnen worden, zou dat niet al ongeloofelijk zijn? Een kunst die 'n eenvoudig, onbedorven, on-afgesloten mensch zou kunnen aanspreken, of liever gezegd dàt wat in de mensch eenvoudig, onverward, on-afgesloten gebleven is als kern van z'n versteening, verwarring en on-zin. Ik hoop in mezelf die bijna onoverkomelijke contemporaine zucht naar de originaliteit (die pseudo-originaliteit) te dooden om te komen tot de authenticiteit die tot het authentieke spreekt, en aan het Werkelijke herinnert. Ik hoop te probeeren eraan vast te houden dat de essentiëele problemen in de moderne kunst niet problemen zijn die slechts in het kunst-veld zelf liggen: slechts onze preoccupatie met de Techniek spiegelt dat voor. De essentiëele problemen zijn die van de evaluatie van levenswaarden: de eschatologische, niet de moralistische. Ik zeg dat nu op mijn manier en voel de stunteligheid van iedere zin. Maar het is mijn ja-zeggen tot uw uiting over de "meest nabije directheid, tot de hoogste intensiteit van bevatten, tot daar waar ervaren een soort van adoratie en vervoering wordt".

Maakte ik het eenigszins duidelijk, dat uw brief mij het waardevolste beteekende van deze ''tournée''? Dat het geen hol compliment was? Waarom eigenlijk zoo'n tournée? Uit ijdelheid? Slechts gedeeltelijk. Meer om te zoeken naar bevestiging van een streven. 'n Soort anonym dialoog. Het is niet toevallig, maar dan toch wel dès te meer waardevol dat mij in de taal van m'n jeugd, door de hand van iemand die voor mij het echtste europeanisme en zijn waarden verdedigt, deze bevestiging gegeven werd. Ik hoop en vertrouw dat dit niet ons laatste contact was. Ik ben u zeer dankbaar. Of het mij lukt of niet: ik zal uw brief in Amerika dikwijls herlezen als mijn moed faalt.

Met de meeste hoogachting

uw

Frederick Franck

aant.

uw brief: niet bewaard gebleven