Anton Koolhaas
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, [21 november 1950]
Amsterdam Dinsdag.
Beste Thijs,
Tot mijn grote spijt was ik er gistermiddag nog niet, toen je het stuk1 bracht. Ik heb het dus eerst vandaag kunnen lezen en ik voel me gedrongen je onmiddellijk te zeggen hoe mooi en hoe buitensporig indrukwekkend ik het vind. Ik ben er ook al zo bijzonder blij mee, na het misselijk egocentrisch gekras van Escher, de vorige week. Hartelijk dank.
Wij vonden het erg jammer, dat jullie er Zaterdag niet was. Hoewel men zich als gastheer2 op zo'n avond overwegend gevoelt als de kellner en de levenden, heb ik in alle drukte jullie toch zeer gemist. Voor het geschenk mijn hartelijke dank.
Beste groeten,
Koolhaas
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA