M. van Loggem
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 30 januari 1950
Amsterdam-C., 30 Januari 1950.
Zeer geachte Heer Vermeulen,
Vorige Vrijdag hoorde ik door de radio uw vijfde symphonie. Ik heb tot nu toe nog nooit een kunstenaar geschreven over zijn werk en de indruk die het op mij maakte. Waarom ik het bij u wel doe is mij zelf nog niet duidelijk.
Ik wou u alleen zeggen dat de muziek mij getroffen heeft, door een zuiverheid en eerlijkheid die mij ontroerden. Het was als een roep uit een andere wereld, waarvan ik het belang kon voelen, vaag maar zeker, zonder dat ik de taal kon verstaan. Misschien dat me dit na herhaling beter zou lukken. Het was een vreemde gewaarwording, vermengd met verwondering, soms wrevel als de structuur mij ontging en ik de spanning van het luisteren niet kon volhouden. Maar altijd voelde ik er een noodzaak achter en een compromis-loze bezetenheid te getuigen van een verheven gedachte. Meer kan ik er niet van zeggen. Ik hoop dat u mij dit ongevraagde schrijven niet kwalijk neemt.
Hoogachtend
M. van Loggem
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA