MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19500109 Rijk Kroese aan Matthijs Vermeulen

Rijk Kroese

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 9 januari 1950

9 Januari 1950.

Zeer geachte heer Vermeulen,

J.l. Zaterdagvond hoorde ik over de radio uw 4de symphonie en ik kan u zonder aarzelen zeggen dat deze eerste kennismaking met een compositie van uw hand een zeldzame belevenis voor mij is geweest. Het spijt mij daarom des te meer dat ik uw laatste symphonie niet heb gehoord.

Het is mij volkomen onbegrijpelijk dat er t.o.v. uw werk zo weinig welwillendheid gevonden wordt. Deze 4de symphonie heeft mij de overtuiging gegeven dat u in staat bent geweest een zeer apart, onbekommerd, vernieuwend en bovenal inspirerend geluid te doen horen. Zonder verwondering heb ik deze symphonie aangehoord. Hoewel ik mij ervan bewust was dat u in dit werk uiteenlopende, wat men dan noemt "moderne" stijlen op eigen-aardige wijze hebt verwerkt en dat het geheel vanwege de vele bewegelijke melodische lijnen eigenlijk gecompliceerd zou moeten heten, heb ik niet de minste moeite gehad uw werk reeds op het eerste gehoor te volgen, logisch in mij op te nemen en in z'n compleetheid te waarderen. Merkwaardig heb ik het gevonden dat bepaalde stemmingen in dit werk geheel ontbraken maar dat alles inderdaad victorie ademde. Deze overwinningsgeest werd door u dusdanig extatisch in klanken uitgejubeld dat verschillende passages mij letterlijk de adem benamen. Mijn enige bezwaar tegen dit werk zou dan kunnen zijn, dat het iets te lang is voor een dermate gespannen compositie; de spanningen zijn n.l. reeds in het middendeel zó groot dat het niet tot een barsten, maar (te) lang tot een buigen komt en dan wordt het soms vermoeiend, aan te horen hoe u poogt, de golven steeds opnieuw hoger te doen aanslaan zonder dat u nog tot een meeslepende en niet meer loslatende climax kunt geraken. Maar daar staat tegenover dat vooral de eerste helft van het werk in alle opzichten ongehoord is; doorzichtig van instrumentatie (hoewel boordevol van klanken), gemakkelijk van aards naar hemels zwenkend en weer terug, de geest volledig, onweerstaanbaar in beslag nemend en met speelse, heidense verrukking door de ruimte voerend.

Het is mogelijk dat mijn kwalificaties een vreemde indruk op u maken. Het is u misschien liever wanneer ik er nog aan toevoeg, dat uw "taal" mij volkomen vertrouwd in de oren klinkt. Ik kan mij levendig voorstellen dat uw 4de symphonie bij verschillende mensen indrukken geeft die elkaar schijnen tegen te spreken en ik acht deze omstandigheid van het grootste belang. Ik verbaas mij er slechts over dat niet iedereen die deze symphonie hoort, gefascineerd wordt en alle wetten waaraan hij zou moeten gehoorzamen, alle vooroordelen en alle ijdelheid vergeet.

Het lijkt mij een uiterst bedenkelijk verschijnsel dat componisten als Badings en Koetsier wèl herhaaldelijk een kans krijgen en dat men (op de stuntelige critieken afgaande?) uw werk zo gruwelijk verwaarloost. Ik geloof namelijk, dat uw 4de symphonie ook het z.g. "grote" publiek kan veroveren, gemakkelijker dan b.v. de werken van Pijper hiertoe in staat zouden zijn. Deze symphonie vraagt n.l. niet (tenminste niet in de eerste plaats) naar muzikaal intellect maar veeleer naar de neiging om onbevangen te luisteren, weliswaar critisch en bewust maar toch zó, alsof men geen verleden heeft. Degene die hiertoe min of meer in staat is, moet zich m.i. aan deze symphonie gewonnen geven. Alleen de lieden die door hun opvoeding "bezwaard" zijn, die een nieuw geluid alleen de aandacht schenken wanneer het hun experimenteel in de oren klinkt, alleen zij zullen zichzelf in reserve houden en naar zwakke passages in uw werk gaan zoeken. Zij hebben weinig moeite, deze te vinden en het schijnt hun voldoening te schenken, dat zij u zodoende onder de loupe hebben genomen, want de muggenzifterij onder H.H. critici, waarbij zij zich in hun kleinburgerlijkheid te kijk stellen, is mij altijd weer een gruwel. Niemand heeft naar mijn weten royaal erkend dat uw werk niet alleen voor de happy few is geschreven en daarom wil ik dat dan in deze brief doen. Voor mij staat het vast dat uw werk toekomst heeft en ik brand van verlangen, ook uw 5de symphonie te horen, opdat mijn overtuiging nog versterkt kan worden.

Het interesseert u wellicht te vernemen dat ik uw artikelen in "De Groene" regelmatig lees en lang niet altijd bewonder. Uw muziek is mij duizendmaal liever dan uw literaire pennevruchten, hoewel ik toch vaak weer verrast word door uw artikelen (b.v. uw beschouwing over Schönberg) en ze altijd onmiddellijk lees. Ik hoop van harte dat uw symphonieën spoedig geregeld zullen worden uitgevoerd en ik schrijf dit mede namens enkele vrienden, die met mij j.l. Zaterdag naar uw 4de symphonie hebben geluisterd en erdoor in vervoering zijn geraakt.

Hoogachtend,

Rijk Kroese

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA