Matthijs Vermeulen
aan
Thea Vermeulen-Diepenbrock
Amsterdam, 30 januari 1949
Amsterdam
Heerengracht 330
30 Januari 1949
Einde van den morgen,
zooals in Louveciennes.
Mijn lieve liefste,
Citaat uit een brief van Matthijs, 6 Februari 1946, dat ik gisteravond las:
"Echos en antwoorden op je gedachten:
Ja, als men kon òverdoen! Hoe anders zou men doen! Wat ik zou willen voor jou-en-mij is juist dit: Wanneer wij gedaan zullen hebben en terugzien op ons doen, en wanneer wij ons vragen: hoe zouden wij het òverdoen als 't kon? – dat wij elkaar dan kunnen zeggen, zonder iets te betreuren, zonder iets te verlangen: Wij zouden het precies doen gelijk wij deden. – Dit is misschien niet gehéél verwezenlijkbaar. Doch laten wij er samen zoo goed mogelijk naar trachten."
Voor mij, Thea, is alles verwezenlijkt. Elk uur, elke minuut van die drie jaren zou ik nog willen òverdoen precies zooals zij waren, en ik zou met dankbaarheid mogen zeggen gelukkig te zijn.
Dat is je meesterwerk geweest en ons geheim. Ik kan ook eindigen met dezelfde woorden als toen, maar met meer ontroering en dezelfde liefde, want die zal constant blijven per saecula saeculorum:
"Terwijl hij dit schrijft betoovert Thea
haar Matthijs."
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA