MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19470426 Matthijs Vermeulen aan Frederic von Eugen - concept

Matthijs Vermeulen

aan

Frederic von Eugen

 

Amsterdam, 26 april 1947

 

Zeer Geachte Heer Van Eugen,

Het is een groote voldoening voor mij U te kunnen melden dat het boek waartoe U mij verleden jaar gemachtigd hebt (mag ik wel zeggen in letterlijken zin) vandaag gereed kwam. Ik schat den omvang op ongeveer 190 pagina's van 37 regels en 8 woorden per regel. Het behoeft nog slechts overgeschreven te worden, met kleine correcties hier en daar. Dat geeft nog enkele weken arbeid. Maar zulk werk kan ik naar Uw believen bespoedigen, en ik hoop dat U mij voor deze vertraging, die mij spijt, zult willen verontschuldigen.

Het onderwerp lag mij zoo op het hart dat het mij sinds lang geen rust gunde, dat ik zelfs iets anders niet zou hebben kunnen schrijven, en ik dank U dat U mij de vrije keus liet. Het scheen me toe dat niets noodzakelijker was voor dezen tijd, en ook voor de toekomst, dan het vinden en het leggen van aanvaardbare, logische, hechte uitgangspunten naar een rationneele mystiek en een rationneele metaphysiek. Als titel van het boek koos ik Tot de bronnen van het zijn. Als ondertitel: Identificatie van den mensch.

Die bladzijden te mogen schrijven is een geluk voor mij geweest, een opluchting, een soort bevrijding van mijn geweten. Ik meen uit een tunnel geraakt te zijn waarin ik gevangen zat; ik meen den donkeren muur waartegen wij botsten te hebben doorbroken. Ik besef wel hoe vermetel deze gedachte is, maar ik kon mij niet verhinderen haar te denken, en ik kon mij niet weerhouden om te veronderstellen dat ik een aantal mijner tijdgenooten denzelfden dienst zou doen welke mij gedaan werd door de klaarheid toen ik haar bemerkte.

Ik weet natuurlijk niet in hoeverre mijn gedachten met U in harmonie zullen zijn, ik weet ook niet in hoeverre ze verdedigbaar zullen blijken, daar ik ze totnutoe met niemand confronteerde. Ik wil hierop niet vooruitloopen en liever van die harmonie het beste verwachten. Maar hoe ook het resultaat worde van mijn arbeid, in elk geval ben ik U buitengewoon dankbaar dat U de aanleiding geweest is en dat U mij de middelen gegeven hebt om hem te ondernemen.

Na deze bekentenis welke ik U niet verzwijgen moest, dunkt me, heb ik U nog slechts te vragen op welken uiterlijken datum U mijn manuscript zoudt willen ontvangen. Ik hoop dat dit briefje U en Mevrouw van Eugen bereikt in goede gezondheid. Ik voel mij een beetje schuldig dat ik U sedert zoovele weken niets meer liet vernemen, maar ik was geheel geabsorbeerd in mijn werk, en vertrouw dat U mij ook daarvoor wilt excuseeren.

Met vriendelijke groeten,

Uw

MV

 

concept

 

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA