MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19470126 Matthijs Vermeulen aan Lia Palla en Frank Onnen

Matthijs Vermeulen

aan

Lia Palla en Frank Onnen

Amsterdam, 26 januari 1947

Amsterdam

26 Januari 1947

330 Heerengracht

Beste Lia,

Ziehier een geval: men heeft mij uitgenoodigd om tot het lidmaatschap toe te treden van het Genootschap der Nederlandsche Componisten. Ik heb aanvaard. (Beter vroeg dan laat en nooit!!) Men zegt mij, daarna, dat ik geinstalleerd moet worden, of iets van dien aard. Met het spelen of zingen van een stukkie; in ’t gebouw van de Buma; op 15 Februari. Maar ik kan spelen noch zingen. Je suis quadruplement manchot et aphone. Joanna Diepenbrock, die La Veille zou kunnen voordragen, is gedurende Februari in Zwitserland, voor herstel van krachten. Hans Gruys, aan wie ik hetzelfde zou kunnen vragen, vertoeft in Australië, of ergens anders, en is misschien bezig met trouwen. Henk van Wezel zou mijn 1ste violoncel-sonate kunnen spelen, doch hij heeft geen begeleider, want Hijman zit in Amerika. Mijn gedachten bestrijken de gansche aarde! Maar verder bespeur ik niemand. Behalve jou!!

Ben jij misschien omstreeks 15 Februari in Holland? Met of zonder Tortellier [lees: Tortelier]? Zou jij een middagje beschikbaar hebben? Ik weet niet eens of ze twee maten zullen wenschen te hooren, een half deel, een heel deel, of het heele werk. Als je dit risico met me aanvaardt, en als Tortellier er bij kon zijn, dan ware het eenvoudig en perfect. Wanneer je het wilt doen doch zonder Tortellier per ongeluk, dan moet ik Henk van Wezel tijdig kunnen waarschuwen.

Sein me dus telegraphisch wat kan en wat niet kan, zoodra je dit gelezen hebt.

In haast! Veel hartelijks van Thea en

van

Matthijs.

Voor Frank: Gesprek gehad op de Groene met Jeanne van Schaik. De bedoeling was niet een soort van tijdschrift-artikel, zooals je geleverd hebt. Ik hoop dat het misverstand van de vlakte is. Ik zei haar je direct te schrijven. Tot spoedig. All right. –

louter in fotokopie bewaard gebleven