MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460511 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 11 mei 1946

11 Mei 1946

Treur met mij. Matthijs: geen woord, zoentje of anderszins gewerd mij heden van U… In en door en met deze leegte moet ik vandaag en morgen leven! Ik treur. Maar het maken en wegbrengen van een pakje heeft me een beetje getroost. En het is vandaag een heel rustige dag, ik kan me kalm met je bezig houden, dat scheelt ook; sommige dagen zijn een aaneenschakeling van verzet: eigenlijk willen met Matthijs bezig zijn en aldoor wat anders moeten doen. Ik ben vanmiddag naar bed gegaan (was vannacht weer na tweeën pas ingeslapen, een teeken van algemeene overmoeheid), heb geslapen en daarna gepeinsd over je huisje. Hoe denk jij over Pappie's schrijftafel uit Laren? Het is net zoo'n rechte tafel als die van hier, met gezellige inktvlekken erop. Zou je je er vrij aan voelen? Er hebben natuurlijk de laatste 25 jaar andere menschen aan gezeten. Ik ben totaal ongevoelig voor uitstralingen van dien aard, maar hoe is dit met juffershondjes? Een andere schrijftafel heb ik niet, d.w.z. Jo (van Puckie) heeft er een te leen, die evt. teruggevraagd zou kunnen worden. Dat is zoo'n ouderwetsche schrijftafel met wasdoek en een opstandje met een kastje en laatjes ter weerszijden – ik zie jou daar niet aan. Een aardig, eikenhouten kastje, dat wij Koos gegeven hadden met haar 40 jarig jubileum is ook uitgeleend en is eigenlijk beloofd aan Greet's moeder, die heel erg bergruimte te kort komt, maar als dat goede mensch, wat wij vurig en vurig hopen, in een soort van deftig hofje terecht komt, nu al binnenkort, dan is dat kastje vrij. In Laren hadden wij geen kasten, omdat alles ingebouwd was. Alleen één antiek kastje stond er, dat Engeljan nu heeft. Maar je zult het voorloopig met dat kastje van Koos wel af kunnen, denk ik. Dan is er in Laren nog een vierkant tafeltje, waar we aan kunnen eten, en stoelen zijn er en een bed en een aardige koperen lamp (een oude petroleumlamp) voor op de schrijftafel. Bordjes en zoo hebben we ook. De pannen hebben we allemaal weggegeven, daar moet ik dus nog iets op vinden. Matten en gordijntjes zijn er, dus dan zijn we al klaar, geloof ik. Over de schrijftafel moet je je gedachten maar eens laten gaan, of je instincten consulteeren.

Zeg, bij de K.L.M. begrijpen ze er toch niets van dat de Air France je 63 frs. laat betalen. Als er op het reçu staat dat alle kosten voor rekening van den afzender zijn, mag den "begunstigde" niets in rekening gebracht worden. Die meneer hier verzoekt je vriendelijk eens te informeeren waarvoor die 63 frs. betaald moeten worden. Ditmaal heb ik het pakje weer aan jou geadresseerd en nu zal je dochter het misschien gaan halen – het is altijd net mis bij Mme Honnepon! – Nu moet je toch eens hooren hoe gek dat is met geverfde lippen: ik fleur mijn lippen altijd op als ik me eenigszins officieel vertoonen moet, omdat dat er nu eenmaal bij hoort, en verder als ik wat gedaan wil krijgen, dus ook als ik naar de K.L.M. ga, want als mijn pakje meer dan 3 kilo weegt, nemen ze het mèt roode lippen wel aan en in het andere geval zeggen ze: juffrouw, gaat u maar naar huis, het is te zwaar. Zoo had ik dus vanmiddag mijn aangekleede lippen toen ik naar de K.L.M. ging. Tevoren, toen ik de mosselen voor je kocht, had ik ze niet en ving bot in een sigarenwinkel. Peter had n.l. rantsoenbonnen tabak achtergelaten voor Bertus, maar die hadden wij hem nog steeds niet gegeven en aangezien vandaag alle rantsoenbonnen – brood en derg. – ongeldig worden, dacht ik ineens: ik moet daar gauw tabak op koopen. Zonder een zweem van twijfel ging ik die winkel binnen en kreeg te hooren dat die bonnen al eerder verloopen waren. Niets aan te doen, dacht ik, dan krijgt Bertus zijn tabak niet, hij weet er niet van en het is dus geen teleurstelling voor hem. Maar toen ik in de Leidschestraat langs een sigarenwinkeltje kwam, stapte ik toch maar naar binnen en bood, uiterlijk onbewogen, maar innerlijk met twijfel, mijn bonnen aan. En ziet, ze werden geaccepteerd: ik had mijn roode lippen aan – is dat nou niet idioot? Het valt natuurlijk niet te bewijzen, misschien zou dat winkeltje ze toch aangenomen hebben, maar ik heb altijd sterk het gevoel dat het 'em toch daar in zit als ik wat gedaan krijg. De menschen zièn me anders niet. Dat had Moeder zoo sterk, die reisde altijd voor niks in de tram.1 Toen jij haar kende, zal dat niet zoo geweest zijn; in de latere jaren kon zij iets eigenaardig weggevaagds hebben, ondanks haar sterke persoonlijkheid, die onverminderd bleèf. Ik krijg dat misschien ook. Vroeger waren roode lippen een teeken van welstand (toen het nog niet algemeen was) en kon je misschien daardoor er wat mee bereiken, omdat de menschen gewend zijn den rijkaard beter te bedienen dan den proletariër. Maar nu alle volksmeisjes ook zoo rondloopen, moet er iets anders achter zitten, het is zeker het sterke effect: als je niet heel hard en heel vlug piano speelt heb je geen succes, en als je geen aangezette lippen hebt ook niet. Het is allemaal tamelik zot.

Zou je dochter de blikjes melk niet weer mee terugbrengen, als ze toch in zoo'n land van Kokanje is? Of zou haar dat te zwaar sleepen zijn? Ik vind wel dat je uiterst ongenoegelijk gegeten hebt in je eenzaamheid. Eet je dan havermout met water? Alles wordt pas lekker met melk, is zoo vervelend. Zijn je aardappelen nog steeds niet op? Of krijgen jullie die nu op de bon? Ik had reuze zin om asperges en aardbeien te sturen; maar om aardbeien te versturen moet je wel heel speciaal geoutilleerd zijn en het is ook nog vreeselijk duur. Maar juist dat het duur is lokt me dikwijls zoo.

Ik heb zooeven geprobeerd Perugia op te bellen, wat ik nog steeds niet gedaan heb na haar radio. Ze vroeg me dien avond tevoren om te zeggen hoe ik het vond, maar het is me aldoor door 't hoofd gegaan. Bij Betsie is zij weg, ze logeert nu ergens anders, maar schijnt de stad uit te zijn. Wel vervelend voor Lia dat Paul [Sanders] haar niet noemt. Ik vermoed dat het toe te schrijven is aan zijn geprikkeldheid jegens Ruyneman, die zoo stom is geweest op het progr. te zetten dat dit concert een antwoord was op het Holl. concert bij Tryptique in '43. Wat in '43 georganiseerd werd, kòn alleen met hulp van de Duitschers tot stand komen en het gevolg is dat dit onnoozele zinnetje de oud-illegalen al tegen dit concert in 't harnas moest jagen. En de Onnen's worden natuurlijk terecht als de "link" beschouwd. Dit niet-noemen zal als straf daarvoor bedoeld zijn. Betsie zei van Lia: ze hangt een beetje het geslaagde meisje uit. Ik heb dat niet gemerkt, omdat ik haar zoo onhandig vond.

Er is een prachtig maantje. Het zal wel koud zijn op je terras straks, maar mooi. Neem me mee of denk lief aan je Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. De conducteur liep destijds nog door de wagon om aan nieuwe passagiers kaartjes te verkopen of ze te controleren/af te stempelen.