MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460510 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 10 mei 1946

10 Mei 1946

Op het Bevolkingsregister.

Mijn oude pas is foetsjie; dat ontdekte ik vanochtend, toen ik in een laatje graaide, waar ik volkomen zeker was hem te zullen vinden. Ik ben er zoo kriebelig over. Hoe kan dat nou? Ik vrees dat de bewerking nu veel langduriger zal zijn. Tot overmaat van stommigheid heb ik mijn identiteitsbewijs vergeten mee te nemen. Ik heb het altijd in mijn tasch, maar wegens gaten in die tasch heb ik een paar dagen geleden een andere gepakt en daar blijkbaar niet alles in overgegooid.

Het wordt een lange wachterij. Ik ben aan het loketje geweest en de man deed natuurlijk erg uit de hoogte over mijn stommigheid. Ik gaf hem die onmiddellijk toe en snoerde hem daarmee eenigermate de mond.

Je lange brief uit de gondel en van daarna heb ik hier op een bank zitten lezen. Gek dat jij in die dagen ook zoo'n vertraging met de post hebt gehad. Komt misschien door het stemmen. Mijn pakje is blijkbaar uit een oogpunt van pakkunst een fiasco geweest. Wat zou Moeder me op mijn kop gegeven hebben. Zooiets ergerde haar bijzonder. En mij eigenlijk ook. De les is: maak vooral geen pakjes als je ziek bent. Want suiker, griesmeel en fosfor door mekaar vind ik toch wel niet leuk meer. (100 frs. een kilo suiker – wat een paradijs!)

Om op je vragen te antwoorden: de trouw is me liever dan het gezellige potje (J. helaas ook). Wel jammer overigens dat je niet geleerd hebt met vrouwen om te gaan. Het is ontegenzeggelijk wel prettig als een man weet wat een vrouw aan gezelligheden toekomt. Ik had een vriendje in Weenen die dat zoo sterk had. Hij kon ongelooflijk goed vertellen, het waren net novelletjes, en juist op het moment dat je zou kunnen denken: hij heeft het opgeschreven en uit zijn hoofd geleerd, zei hij b.v.: dat is nou net als wanneer jij aan het thee schenken bent. En dan kwam er iets over de kwaliteit van de thee. En wat later een opmerking over je jurk. Dat was wel eenig. Ik heb dat nooit meer zoo gezien bij een ander.

Nee, ik ken Gide niet, behalve Paludes en Les cahiers d'André Walter. Maar als ik de menschen hoorde dwepen met La porte étroite en de rest, had ik nooit het gevoel dat ik er veel aan miste door het niet te lezen. Er is hier iemand gepromoveerd op de muzikale uitspraken van Gide. Jan Thomassen (de man die over Bertus en mij schreef) zou het me eens geleend hebben, hij was er zoo enthousiast over. Dit wat jij nu voor me overschreef, zegt me niet heel veel. Maar volkomen ben ik het met hem en jou eens dat Chopin nooit goed gespeeld wordt. Ik vind het gewoonlijk een ontzettende ergernis om het te moeten aanhooren. Àls er zijn die het kunnen, dan zijn het Polen en Russen, die dat rubato weten te verbinden met een gelijken hartslag. Dat is één van de geheimen volgens mij. Bij de Barcarolle o.a.! Mijn leeraar, Isserlis, kon dat. Zalig was dat. Tegen het slot, als de bas in octaven gaat – dat werd een vervoering! Hij speelt ook onvergelijkelijk de Mazurka's, die ik behalve van Rachmaninoff nooit goed gehoord heb. De Nocturne in B heb ik, als ik goed op dreef was, wel eens mooi gespeeld (niet op een concert, maar thuis). Peter is niet de ware voor Chopin, hij is te heftig. Die Préludes van hem waren wel indrukwekkend door de geweldige fougue, maar het was te modern-gelaten.

Ik sta al zoowat een uur, omdat ik voor een ouder dami ben opgestaan, het is een vreeselijke volte.

Zeg, geef nog eens precies de maat voor een overhemd op. Je hebt het, geloof ik, geschreven, maar voor ik dien brief terugvind… Puckie kan me waarschijnlijk aan een overhemd helpen. Ik hoorde haar met een patiënt over dit onderwerp spreken en zei tegen haar: wat fijn, kan je voor Jo een overhemd krijgen? dat zal hij wel erg noodig hebben. Nee, zei ze, zoo erg noodig heeft hij het niet, maar een nieuw te hebben is wel erg prettig. Toen zei ik: geef mij dan een oud. Zij deed toen eerst of ze er me dadelijk een mee zou geven, maar later zei ze dat ik precies de maat (halswijdte) moest vragen. Of ze dus wil probeeren een nieuw voor me te krijgen?

Zooals je ziet, ben ik thuis. Het heeft ruim 1½ u. geduurd, dat aanvragen van de pas. Dat was voor iedereen zoo, het duurde voor mij, die geen bewijzen bij zich had, niet langer.

Ik heb vanmiddag geslapen, ik was doodaf, omdat ik vannacht zoo slecht geslapen heb. Ik had n.l. een beeld van ons weerzien in jouw kamer in mijn hoofd en dat kon ik niet kwijtraken, en toen ik eenmaal ingeslapen was, droomde ik dat jij en J. en ik samen op onze slaapkamer in Laren sliepen en dat was niet prettig, jij en ik wilden bij elkaar, maar dat deden we niet wegens J. en toen ging je de kachel stoken en toen in bad, geloof ik, en er heerschte eigenlijk een heel vriendschappelijke toon, maar het was niet om verkwikt van wakker te worden. Geloof je dat ik er langoureus kan uitzien? Ik geloof dat dat iets is dat me heelemaal niet lukt. Speelsch, vriendelijk en innig

je Thea

P.S. Lieve reikhalzer, ik reik je mijn hals.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA