MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460305 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 5-6 maart 1946

Louveciennes

5 Maart 1946

's avonds

Mijn lieve achtervolgde, mijn aartsengel en bengel,

je hebt 't me goed betaald gezet. Wat je mij gedaan hebt weet ik niet, maar den heelen dag heb ik, overvloeiend van je, met je rondgeloopen. Ik ben verder nu dan je kleine teen, verder ook dan je groote, verder nog dan je knieën, en nader met mijn lippen het zachte, looverige plekje. Sinds vannacht heb je me te pakken. Dat is lang, vind je niet? Incroyablement. En weet je wat ik de laatste dagen meen gemerkt te hebben? Dat ik je door het zuivere (of onzuivere!) intellect niet nabij kan komen. Nota bene: nabij. Ik houd dan evenveel van ma Théa. Mais j'ai alors beau me t'imaginer aussi désirable et aimante que je veux et que je peux, ça ne m'avance pas, c'est à dire, ça ne me met rien en mouvement! Die vibreerende liefde voor je, die opwelling, die drang naar je is bijgevolg geen affaire d'imagination, geen affaire de volition, de volonté. Zij, die bewegende liefde, behoort tot de orde van het daimonische, zij behoort tot de orde der inspiratie. Precies! Zij komt aangezweefd van ma Théa als een melodie. En je kunt zeggen wat je wilt, lieve positieve leelijkerd, maar je zult me niet wijsmaken dat zooiets bereikt kan worden door het schrijven van brieven, als de twee personen in kwestie elkaar nog nimmer aangeraakt, geroerd, gezoend, en zelfs niet op de goede manier in de oogen gezien hebben. Want (laten we niets verbloemen!) zóó erotiseerend zijn je brieven niet! En dat is maar goed ook. Ik zeg 't je zonder verwijt, met een zoen op je lippen. Dat is juist onze tooverij! En terwijl ik je dit schrijf voel ik je tegen mij aan.

Maar hadden we niet afgesproken, ma chatte et ma coquine, dat wij vanavond zaken zouden behandelen? Ik moet je weer op je kop geven wegens onvolledige inlichtingen. Je beweert dat 400 pop per maand genoeg is voor één mensch. Dat raadt je de koekoek. Omgezet in francs maakt dat 16.000 en daarvoor zou ik zelfs in Frankrijk waar je voor alles, behalve het hoognoodige, woekerprijzen dokt, waar een biefstukje honderd francs kost, op mijn eentje rijkelijk kunnen leven. Wat je soeverein hebben wou van zijn eersten minister is een budget. Zooveel voor huishuur, zooveel voor belasting, zooveel voor voedsel, zooveel voor extratjes als koffie en tabak (40 gram per dag), zooveel voor gas, electriciteit en verwarming! Dan kunnen we praten. En als mijn regeerende suzeraine daarover haar aandacht nog wil laten gaan dan houde zij in de gaten dat ik op 't gebied van voedsel zuinig ben aangelegd. Voor mij persoonlijk zou ik het vleesch graag willen afschaffen. Niet om philosophische redenen, doch omdat het vegetarisme mij tijdens den oorlog uitstekend bekomen is, (wat best een bevestiging zou kunnen zijn van philosophische redenen!) Maar dan moet je kaas, melk, groenten en eieren kunnen eten. Enfin! wat mij betreft, hoe eenvoudiger en goedkooper de keuken hoe liever, uitgezonderd op feestdagen! Wanneer ik vroeger zelf kookte was 't altijd voor een halve week tegelijk. Dus je ziet.

Wat ik je een tijdje geleden schreef, dat jij bij je thuis zou blijven om te studeeren (eventueel lessen te geven) is nog altijd ongeveer mijn opinie. Want 1° denk ik dat je Joanna niet alleen wilt laten, noch goed van je vaderhuis zullen [lees: zal] kunnen scheiden, en 2° dat 't bij jullie thuis te druk, te gehoorig voor mij zal zijn om er te werken. Ik zie dus geen andere oplossing dan dat ik ergens woon, niet te ver uit je buurt, in een huis dat je wettig domicilie zal zijn – als je met me trouwt – waar je doet wat je wilt, waar je een piano naar je zin hebt (ik zal er voorloopig wel geen noodig hebben, lijkt me) dat we inrichten naar je wensch, maar dat toch een soort van tusschenstation moet blijven om bovenvermelde oorzaken. De situatie wordt natuurlijk geheel anders wanneer je een behuizing kondt vinden, zoo gearrangeerd, (ik onder de nok b.v., jij op een der etages) waar we samen ons bedrijf kunnen uitoefenen zonder elkaar te storen. Want ik ben wel ervoor dat je je lessen opgeeft, tenminste dat deel van je lessen die je ergeren, of allemaal wanneer je dat bevalt. Maar je mag niet je studie opgeven en niet je concerten. Integendeel. Je moet meer en rustiger gaan studeeren, dunkt me. Geheel zooals je dat zelf verlangt. Kalm ontwikkelen wat er in je is. Een magnifieke pianiste zijn. Den ganschen dag. Het Parool moet je ook niet opgeven. Dat kan nuttig zijn. Al was 't slechts om je schrijftechniek te onderhouden.

Je kunt nu ook het budget opmaken van je eigen departement. Laten we voorloopig niet verder kijken dan een jaar, en optimist zijn met de noodige voorzichtigheid. Het is niet uitgesloten dat ik nog weer criticus word. Of wat anders. Ik denk in ieder geval niet lang bibliothecaris te blijven, tenzij me dat uitzonderlijk behaagt! We zullen dat laten afhangen van de omstandigheden. Zooals het komt. Maar ons beste beentje vooruitzetten, wat gemakkelijk zal vallen, daar onze beide beentjes best zijn. Ik ben den laatsten tijd zeer ondernemend gezind. Hoe langer hoe.

Het eenige eigenlijk waar ik met dat tweeling-huis van ons geen raad voor weet is de keuken! Waar we slapen zullen, met of zonder elkaar! dat is heel simpel. Bij mij één bed, of twee bedden, gelijk je wilt, en in één of twee kamers, zooals jij wilt. En bij jou één bed, in je eigen kamer. Doch waar, en hoe, moeten we eten? Waar koken?! Als ik alleen was zou dat geen bezwaar zijn. Ik zou mijn eten van een kok laten komen, wanneer die althans nog bestaan. Maar dat weet ik niet, en ik weet evenmin of dat in den smaak zou vallen bij jou. En samen eten is wel gezellig. Ik zou één keer per dag bij jullie kunnen eten, 't zij 's middags, 't zij 's avonds, en voor de andere maaltijden wat picknicken. Dat gaat uitmuntend. Dan zou Joanna niet altijd alleen zitten. Ik ken echter op dit punt heelemaal je desiderata nog niet. Doch jij kent nu mijn opvattingen. Ze zijn erg labiel. Ik sta er niet op. Ik geef ze je ter inzage. Misschien redeneer ik over deze dingen verbazend onpraktisch. Laat ik ze toevertrouwen aan jouw vernuft als 't mijne tekortschiet.

Wat ik nog niet met je eens ben: dat we de radio kunnen missen. Je bent hierin, geloof ik, niet modern genoeg. Een goede, draaglijk post is een uitstekend informatie-instrument. Met een minimum tijd-verlies. Je neemt even Londen, Parijs, of wat ook, en je weet wat daar gefabriceerd wordt. Ik wou ook wel de Hollandsche Radio kunnen controleeren uit eigen waarneming. Weet je dat je de ademhaling, de dictie etc. van een zanger, den aanslag van een pianist, den streek van een violist, honderdmaal beter kunt observeeren in de radio dan in een zaal? Niet het miniemste détail gaat verloren; alles komt over met een verraderlijke precisie. De post welke ik nu heb (11 lampen) is op 't oogenblik ongeveer 15.000 frcs waard. Doch zoo'n machine is te breekbaar om per goederentrein vervoerd te worden. Te zwaar (13 kilo) om hem in een koffer te pakken en aan de hand mee te dragen. Overigens, wat zouden de douane-rechten kosten? Zijn er in Holland reeds fatsoenlijke posten te koop of te huur? Tegen welken prijs? De mijne hier kan ik gemakkelijk verkoopen. Aan Roland b.v.

Voor de steun-uitkeering van het Consulaat teeken ik elke maand een schuld-bekentenis. Er zitten aan de Ambassade twee aanzienlijke mannen op een bureau, een Jhr. en een Mr in de Rechten om dat te registreeren. Ik heb ze voor deze maand 3000 frcs gevraagd, bij wijze van proef. Alsof je kunt leven van 35 gulden per maand! Ik ben benieuwd of ik ze krijg. Maar met de terugbetaling is stellig geen haast. Ik maak me daar niet de minste zorg over. Ik weet niet of hij nog leeft, doch bij 't begin van den oorlog stond ik in een goed blaadje bij den toenmaligen gezant Jhr. Loudon. Daarvan zal nog wel iets zijn blijven hangen. Loudon was bevriend met Nadia Boulanger, een vereerster van me, die me de uitbundigste briefjes schreef. Ken je Nadia? Ik heb de beste herinneringen aan haar, doch weet niet wat ze geworden is. Ik geloof dat ze in Amerika zit. Als Loudon niet zoo dik geweest was met Mengelberg, en ik een tikje coulanter, dan had dat resultaten kunnen leveren.

Ik krijg slaap. Kun je iemand zien gapen? Heb je ooit een man aanschouwd die idiote gezichten staat te trekken voor een spiegel terwijl hij zich scheert? Dat zijn van die karikaturale, potsierlijke belichtingen waaraan ik dacht! Ik ga nu naar bed, zonder jou en met jou. Dors bien, ma Théa.

6 Maart 's middags

Zooals gewoonlijk op Woensdag – geen brief van mijn liefste. En of je wilt of niet – er ontbreekt iets.

Het consulaat bericht me dat "tot zijn spijt zulks onmogelijk is"! De menschen zijn onverstandig! Als ik van honger bezweek zouden zij geen cent van hun kapitaal terugzien! – (Nu ook niet... denken zij wellicht!!)

Asch-woensdag. Ben je een kruisje gaan halen, lieve boeteling? Mijn dochter heeft de gelofte afgelegd om gedurende de gansche Vasten niet te zingen. Dieu soit loué. Comme ça je suis pendant quarante jours tranquille. Ik was al aan 't werk toen je pakje kwam en zij had me niet gezegd dat er een doosje lucifers in zat! Maar mijn oplettend oog heeft ze ontdekt. Op mijn vraag: C'est de Théa que viennent ces allumettes? elle me répond en riant: "Tu veux de la lumière?" Et moi: "Oui, et du feu!" Merci, ma petite Théa.

Van ochtend becijferde ik opeens met verwondering: 400 woorden x 365 maar dat is 146.000!! Drie flinke romans! En wij zenden elkaar nog veel meer!

Op 't eind van den winter zal ik niets meer als kleeding bezitten dan één militair costuum in kaki, een versleten raglan, een overjas die hier canadienne heet, eveneens militair, één hemd, twee stel ondergoed, insgelijks militair, drie paar kousen dito, een paar schoenen, en geen hoofddeksel, want militairen dragen geen hoed! Ik hoop dat je erom lachen zult.

Ik ben juist geschoren! Doe lachend je armen om mijn hals en geef een zoen aan je Matthijs.

Merci!

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA