MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460225 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 25-26 februari 1946

25 Febr. '46

Lieve Matthijs, vanavond Panzéra gehoord. Hij wordt een steeds grooter aansteller, maar sommige dingen, met name de echte liefdesliederen, waarbij hij zijn erotische trucs in de perfectie weet aan te brengen, deed hij wel heel prachtig. Je tremble en voyant ton visage van Debussy hoorde ik dezer dagen nog van een Holl. zangeres en dat was niets, terwijl dit van hem een groot genot gaf. Heb je zijn dochter wel eens gezien, die hem nu begeleidt? Een monster. En wat hij daar allemaal voor spul mee uithaalt, bij het buigen bedoel ik ― allergekst! Een charlatan van het eerste soort. Dors bien, mon capitaine.

"Donne-moi l'amour, donne-moi la foi et l'espérance. Et que je ne fasse, que je ne pense rien contre l'amour, ni sans l'amour." Tu t'es joint à moi? (En uniforme de capitaine ou en habit de vassal?)

Dinsdag

De twee brieven van 22 en 23, die bij elkaar hooren, kreeg ik vanmorgen tegelijk. Over Anny allemaal. Mijn eerste reactie is nog steeds: gelukkig dat hij het zoo goed opgevat heeft, dat ik dus pour ainsi dire, zeggen kan wat ik wil, dat ik niet dingen, die ik denk, binnen hoef te houden, gelukkig dus dat wij zoo heelemaal vrij met elkaar kunnen praten. – Akelig, die futiele aanleidingen tot ruzies. Altijd zijn het van die kleinigheden. J. heeft me nu pas doen begrijpen dat A. zich terwille van Josquin lichamelijk gesloopt heeft. Ik had me het zoo voorgesteld, dat zij de jaren, die zij nog te leven had, niet meer voor zich zelf wilde leven en dat zij dus geen geluk meer wenschte te beleven van haar liefde en van jouw liefde. Maar dat was een verkeerde voorstelling; ik begrijp nu dat zij echt den dood gewild heeft en die jaren van haar eerder-sterven toegevoegd wilde zien aan Josquin's leven. Maar dat was dan onmogelijk te vereenigen met "sans appauvrir le mari", want door je liefde te weigeren, door lichamelijk zoo te vervallen, door zelf niet meer in de zelfde mate van vroeger haar liefde te geven, heeft zij je wèl tekort gedaan. Zou zij hiervoor een tegenwicht gevonden hebben in het idee "Thea est ta femme"? Dat "wat ben je dan eigenlijk in mijn leven komen doen" is wel heel ontzettend. Zooiets is wel irreparabel, geloof ik, of het moest zijn dat iemand het in volstrekte drift zegt, zonder te weten wat hij zegt. Ik heb dat ook, dat ik de Rede graag wil handhaven. Toch was het verstandiger geweest, dunkt me, als je je dochter in dit geval een beetje prijs gegeven had, ook al was de irritatie van A. onjuist. Hoe moeilijk, zulke dingen! Wat ik nog niet begrijp , is "Elsa". Wat is het eigenlijk geweest, dat verzwegen, niet aangeraakt werd? Dat het een verhouding was? Dat "in 't nauw zitten met Elsa", bedoelde ze daarmee dat het wel eens moeilijk kòn worden, het was dus een vriendschap, zooals zij het voorstelde, waar wel eens gevaar kon dreigen? – En er is nog iets dat ik niet begrijp: hoorden die twee dingen bij elkaar, het zichzelf den dood aandoen wegens Josquin en het weigeren van jouw liefde? Was dit allemaal samen afstand-doen, "betalen"? Moest zij naar lichaam èn ziel sterven om voor Josquin het leven in te lossen? Is dit weigeren van jouw liefde dus ook uit haar moederliefde te verklaren, of houdt dit verband met jou-en-mij? Kan je me dit nog uitleggen? Dan zal ik je met rust laten daarna – Wanneer, bij welke gelegenheden, zei zij: "Thea is je vrouw"?

Ik heb geen tijd meer om op de rest van je lieve brieven in te gaan. Maar er moet voor morgen ook nog wat overblijven, want dan komt er geen brief van jou.

Zal ik je inplaats van Jupiter Amans, Prometheus Amans noemen? Wel mooi, maar toch een beetje ver af misschien, en een beetje gek ook die Grieksch-Lat. verbinding. Nee, Mattheus Amans is beter –

"Veel liefs en hartelijks"

je

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA