MATTHIJS VERMEULEN

Evert Cornelis

aan

Matthijs Vermeulen

Bilthoven, 7 april 1930

Bilthoven, 7 April, 1930.

Waarde Vermeulen,

zoo juist bereikt den administrateur van het Utr. Orkest het telegrafische bericht, dat de studenten van de muzikale medewerking van ons orkest bij de a.s. lustrumfeesten afzien, nadat zij ons een volle maand lang op sleeptouw hebben gehouden en wij onze zomerwerkzaamheden om hunnentwil hadden gewijzigd. En waarom? Omdat de heeren, die anders groote sommen uitgeven voor eet- en drinkpartijen, ditmaal niet voor de muziek wenschen uit te trekken, hetgeen redelijkerwijze gevraagd werd. Ik weet niet of Jij van een en ander op de hoogte bent en daarom wilde ik zelf Je even inlichten. De heeren vroegen niet minder dan vier repetities (buiten die, welke aan de voorbereiding te Utrecht besteed moesten worden) op de Kager Plassen, waarmede uit den aard der zaak veel tijd gemoeid zou zijn; voorts drie opvoeringen. Onze voorwaarden luidden:

4 rep. a 500 = 2.000

3 opv. a 1000 = 3.000

kosten vervoer etc. = 1.500

voor den dirigent:

4 rep. a 125 = 500

drie opv. a 250 = 750

=====================

in totaal = 7.750

Mijn vraag is nu: ga Jij ermee accoord, dat zij omderwille van een hoopje guldens geen rekening meer houden met den duidelijk door Jou uitgesproken wensch, dat ik Jouw werk zou dirigeeren? – Toen de heeren indertijd bij mij kwamen, vroegen zij mij wat ik ervan dacht om aan Jou de compositie op te dragen. De menschen van wie ze dien raad kregen waren allen niet-musici, terwijl er ook velen waren, die 't hun stellig afrieden, en daarom kwamen ze ten einde raad bij mij. Ik vond 't een schoone gelegenheid om Jou een aanleiding te geven iets concreets voor ons land te verrichten en heb hen aangeraden het werkelijk eens met Jou te wagen. Zij vroegen toen wie het zou moeten dirigeeren. (Ze meenden Willem Pijper, want die kon dan, als iets niet "sloot", er iets bijcomponeeren. Je begrijpt wat ik daarop geantwoord heb.) Ik heb toen geantwoord, wat ik slechts antwoorden kon: dien dirigent moet Vermeulen zelf aanwijzen. Daarop begonnen de onderhandelingen. Ik stelde mij er veel van voor, eindelijk weer eens iets van Jou te zullen dirigeeren. En nu zal dit alles, alleen ter wille van het bekende Hollandsche koopmanschap, dat nu eenmaal weinig over heeft voor muziek, mislukken. Maar dan zul Jij toch daarmee genoegen moeten nemen. Nu vraag ik nog: kan dat mogelijk zijn?

Je berichten zie ik gaarne tegemoet, en druk Je inmiddels in gedachten de hand, met ons beider groeten aan Jullie beide,

[ondertekening ontbreekt]

Verblijfplaats: Den Haag, Nederlands Muziek Instituut (coll. Evert Cornelis)