MATTHIJS VERMEULEN

Richard Roland Holst

aan

Matthijs Vermeulen

21 november 1920

21 Nov. 20

Waarde Heer Vermeulen.

Als U hiervan een sigaar rookt, −rooken maakt wijsgeerig en zachtzinnig − zult u kunnen begrijpen dat Jobs Buning mij eenigszins verontrust schreef over het fondsje.

Zoodra hij uit Parijs terug is zal hij er eens rustig met u over komen spreken, maar nu wilde ik u alleen dit zeggen, dat wij, hoe van harte gaarne wij 't ook anders zouden wenschen, niet verder zijn gekomen dan 24 maal f 250, en dat nog gelijkelijk verdeeld over opeenvolgende stortingstermijnen over die twee jaar verdeeld.

Het is verdrietig en beroerd dat 't zoo afgemeten is, maar u zult er rekening mede moeten houden dat de zaak zóó en niet anders is.

Ik schrijf wel weer eens spoedig, maar dit moest mij even van 't hart.

Wij hopen hartelijk dat alles met uw vrouw op zijn allerbest verloopen zal.

Met onze hartelijke groeten en ook die van Jany

steeds gaarne de uwe

RN. RH.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA