MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19200803 Matthijs Vermeulen aan Evert Cornelis

Matthijs Vermeulen

aan

Evert Cornelis

Maartensdijk, 3 augustus 1920

Dinsdagavond

3 Augustus 1920

Maartensdijk 183 Dorpsstraat.

Beste Evert en Hilda,

Vanmiddag was ik aan jullie huis. Ik had Anny weggebracht naar Bloemendaal, waar zij blijft tot eind Augustus. Zij kon het hier niet uithouden wegens de afschuwelijke kwaliteiten der woning. (Voor mij is het heel iets anders – ik heb dit keetje.) Met September kunnen wij een prettig houten huisje betrekken en er tien maanden wonen – si Dieu me prête vie. Het speet me dat ik je niet trof. Gij zult weer zeggen: waarom schrijf je me van te voren niet; maar hoe gaarne ik je ook spreek, ik weet niet of dat wederkeerig is en al was het dat dan zou ik toch niet graag je plannen en je dag derangeeren. Daarom hield ik me bij 't toeval, dat me blijkbaar of schijnbaar ongunstig was. Voordat Anny hier met mijn medewerking deserteerde hebben wij natuurlijk een menigvoud van ellende gehad. Maar ondanks die ellende en ondanks een waarlijk abnormale vliegenplaag heb ik nog kunnen weken. Zooals ik de nieuwe symphonie een jaar geleden moest laten liggen had ik het gevoel van een kar die tot over de assen in het zand gewroet zit en daar ik den heelen winter geen bruikbare uitweg vond werd dat idee hoe langer hoe sterker en drukkender en hinderlijker. Doch ik heb hem eruit gekregen. Ik ben nieuwsgierig wat je later van dit werk zult zeggen. Bij deze muziek vergeleken is mijn violoncel-sonate rudimentair in technisch en psychisch opzicht en al mijn vorig werk jeugd-spel. Ik twijfel er dikwijls aan of iemand de eerste tien, vijftien jaren zooveel van deze symphonie zal kunnen houden, dat hij haar instudeert. Maar ik kan niet anders. Want als ik niet doe wat ik moet kan ik heelemaal niets.

Ik heb hier nog niemand gesproken dan Pijper, twee of drie keer, die me zijn septet heeft voorgespeeld. Hij heeft mijne cello-sonate nog eens à l'improviste willen voordragen! Het zat hem niet glad. En toen hij zoo bezig was en ik hem geduldig maar corrigeerde (niet zoo maar één gis!) drong het met geweld tot me door hoeveel hoe buitengewoon veel ik je verplicht ben, Evert, niet alleen wegens je eminente techniek, maar vooral voor je belangstelling en je toewijding. Ik verbaasde me er over, dat ik je dat nog niet schreef of zei. – Ik heb je trouwens al heel wat brieven willen schrijven in den loop dezer maanden. – Ik hoop dat de nieuwe symphonie ook nog eens op een of andere manier onder jou gaat. Het is een waar stuk voor een modern dirigent.

Schrijf me eens of zoek me eens op. Laat in ieder geval je adres weten.

Je toegenegen

Matthijs

Verblijfplaats: Den Haag, Nederlands Muziek Instituut