Matthijs Vermeulen
aan
H.P.L. Wiessing
Amsterdam, 15 januari 1913
Amsterdam Woensdagavond,
15-1-1913
Hooggeachte Heer Wiessing,
De fuif van het Orchest er bij gerekend zijn er zelfs drie feesten noodig geweest "om den Volke kond te doen van hoeveel nut voor de muziek in Nederland het twaalf en een half jaar huwelijksleven geweest is van Mengelberg" zooals U me ironisch uitnoodigt om gedrukt materiaal. Het is mij niet gelukt daar het orchest buiten intimiteiten gelaten is en de heldenvereering gespeeld werd in den kring van Toonkunst. Het spijt me dus dat ik aan Uw verzoek niet kan voldoen. Dr Diepenbrock componeerde er een Quartetje voor gelijk hij voor Hekkings pasgeborene een Berceuse schreef (beide dingen hoorde ik achteraf) maar met deze was het aureool van Boissevain niet gemoeid.
Met vr. gr.
Uw Dw.
Matthijs Vermeulen
De zaak Royaards1 is me gelukkig tijdig door Dr D. opgehelderd.
Verblijfplaats: Den Haag, Nederlands Muziek Instituut