MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19660802 Philip Treffers aan Matthijs Vermeulen

Philip Treffers

aan

Matthijs Vermeulen

Bunschoten, 2 augustus 1966

Bunschoten 2/VIII/'66

Geachte mijnheer Vermeulen,

Nu ik U deze vacantie niet kan bezoeken, zal ik U schrijven hoever ik gevorderd ben met Uw Vioolsonate en met l'Aventure.

Gisteren heb ik de laatste bladzijde van de vioolpartij voorzien van vingerzettingen, en waar dit nodig leek heb ik de streken veranderd. De uiteindelijke interpretatie is natuurlijk gericht op de bogen, zoals U die getekend hebt. In september zal ik met Lemkes de uitwerking, die ik voorstel, bespreken; daarna kan ik met de zelfstudie beginnen. In januari kan ik met de pianist aan de slag. Ik ben vol goede moed, al stelt het Allegro hoge technische eisen. De uitvoering van Jeanelotte Herzberger herinner ik mij in flarden; misschien wil zij mij te zijner tijd leiden bij de afwerking.

Met l'Aventure zijn de vorderingen niet als ik gehoopt had. Aan het begin van het jaar hoopte ik mij op het gebied van de philosophie te kunnen oriënteren; daar kwamen andere dingen voor in de plaats. Wel staat vast, dat die oriëntatie volgend jaar plaats zal vinden. Dan zal ik beter in staat zijn het boek te overzien. Wel ben ik nu in staat Uw gedachtengang te volgen, maar vooralsnog ontbreekt mij de oefening, de virtuositeit om uitgaande van die gedachtengang tot conclusies te komen, bijvoorbeeld omtrent het probleem dat vermoedelijk mijn werkterrein zal zijn in de toekomst: de overdracht van de Geest op het lichaam, de nauwkeurige omschrijving van een gezonde geest. Haast automatisch spreek ik van een harmonische geest, waaruit de overeenkomst tussen het fenomeen muziek en de menselijke geest al duidelijk blijkt. Ik geloof niet, dat ik onzin praat wanneer ik in bijvoorbeeld de mineur toonaard en depressiviteit een parallel zie.

Hoe dan ook: Uw werk zal in mijn denkwereld een belangrijke plaats innemen. Uw muziek zal mij inspireren om voort te gaan op de mij door U aangegeven weg. Ik schreef Odilia, dat wanneer de vriendschap die haar en mij bindt als zodanig zou ophouden te bestaan, dan was daar in ieder geval de kennismaking met Uw werk geweest, die mij beïnvloed en gericht heeft.

In gedachten ben ik veel bij U, moge de bewondering van velen met mij, moge mijn vriendschap U sterken –

Uw

Philip

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA