MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19650630 Philip Treffers aan Matthijs Vermeulen

Philip Treffers

aan

Matthijs Vermeulen

Bunschoten, 30 juni 1965

Bunschoten 30-VI-'65

Zeer geachte mijnheer Vermeulen,

Allereerst breng ik U mijn vreugde en felicitaties over in verband met de onlangs voltooide 7e symphonie. Het moet een zware beproeving geweest zijn de symphonie af te maken, terwijl het lichaam afgemat werd – maar de geestkracht zal oneindig nog gegroeid zijn. Ik hoop – en zeker niet alleen –, dat iemand de wil en de kracht heeft om de muziek tot klinken te brengen. Ik zal van mijn povere invloed op een enkeling gebruik maken om dit te stimuleren, op verantwoorde manier!

Heel veel dank voor L'Aventure; de opdracht is voor mij meer dan eervol, en ik ben veel meer dan blij. Het is niet nodig hierover te schrijven – waar gedachten elkaar raken is een medium niet noodzakelijk. – –

Op Uw brief zal ik uitgebreid ingaan.

Twee dingen zijn van belang. Ik ben mij al intensief aan het verdiepen in het Avontuur – en dit is nog niet zo belangrijk, als wel het feit, dat ik er met één van mijn vrienden al over gesproken heb. Niet zonder opzet. Deze zeer bijzondere jongeman heeft aan het begin van dit jaar een gesprek met mij gevoerd, gevolgd door zeer vele andere – nog vaag slechts en zo nu en dan 'ns – over het ontstaan van leven, over 'leven', over geest, ziel, dode materie en zoveel andere begrippen (vergeeft U mij het banale van de opsomming) – nog zonder Uw boek gelezen te hebben. Hij las gedeelten van Uw boek, was enerzijds gefascineerd, anderzijds niet zonder critiek. Aangezien ik het toen nauwelijks gezien had zijn we er nog niet op ingegaan.

Onlangs besloten we de gehouden gesprekken op schrift te stellen en als briefwisseling voort te zetten (– de eerste brief is inmiddels verzonden.) Hierbij komt zeer zeker ook het Avontuur ter sprake, dat dan door ons beiden volledig gelezen is. Mocht naar onze zin het Avontuur in het kader van de briefwisseling niet voldoende tot zijn recht komen, dan wil ik graag nog apart hierover denken, praten en schrijven. Dit zijn in principe mijn plannen; in hoeverre ze uitgebreid kunnen worden, in hoeverre wij meer mensen hierin kunnen betrekken, durf ik nog niet te beoordelen. Over opzet en détails wil ik buitengewoon graag met U spreken.

De zojuist verzonden eerste brief beëindigde ik met de woorden: 'Dit is een schriftelijke gedachtenwisseling, die aanvankelijk, naar ik hoop, leidt tot iets van resultaat, later misschien wordt voorzien van critiek van niveau – van onze en andere kant.' Wel, ik geloof door de in Uw brief geopperde mogelijkheid al meer en meer in de zin van de onderneming en in het resultaat.

Ik dank U hiervoor – en voor het andere.

Met veel hartelijke groeten aan Uw vrouw en dochter, en tot spoedig ziens,

Uw

Philip

P.S. Bijgesloten gedicht werd gepubliceerd in Maatstaf mei 1965.

Ph

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA