MATTHIJS VERMEULEN

Adriaan Roland Holst

aan

Matthijs Vermeulen

Bergen, 14 augustus 1964

A'dam −

14-viii-'64 –

Vrijdagavond –

Beste Thijs −

Je geneeskrachtige brief werd mij daarnet gebracht. Ik wil je bedanken voor ik ga slapen, of zulks ga beproeven. –

Hoe héél merkwaardig sluiten die regels uit "Eersteling" aan bij wat je mij schrijft! –

Wij zijn, inderdaad als tweelingbroeders, bestemd om vreemde gebieden te bereizen. − Bij wijze van versiersel ben ik nu bezocht door een aderontsteking in 2 van mijn oude teenen, waardoor ik alles (ook dit daarom korte schrijven) horizontaal moet doen. Overigens gaat alles nu goed... nu, want ik heb van begin April tot toen ik hier 6 weken geleden kwam een heel naren tijd gehad; iets als een tocht door een angstaanjagend gebied. –

Waarschijnlijk word ik hier over 'n week "ontslagen", en moet mij dan nog in een ander ziekenhuis aan mijn "byjou" laten prutsen − ik bedoel: een prostaatbehandeling. Daarna hoop ik wat uit te komen blazen bij mijn broer − .... en bij jou, een middag.

Alles liefs voor Thea en Odilia −

van harte −

je

Jany

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA