Matthijs Vermeulen
aan
Odilia Vermeulen
Laren, 3 augustus 1961
Laren (N. H.) Drift 45
3-8-61
Lieve Odilia. Ziezo. Als je deze kaart krijgt is het alweer overmorgen voor je. Ik zal blij zijn wanneer er nog eens een open pianoboek op de vleugel staat en ik je sopraan hoor. Boelie is nog steeds mamma van beebeetje Jojo die bijna zo groot werd als patertje langbeen. Zij hebben er niets van gemerkt dat je opeens verdwenen bent. Mijn poot is weer goed maar nog niet best. Ik heb nog een mooi klavertje gevonden. Op het veld van Jan Zonderland. Hij heeft ons een emmer aardappels gegeven en al zijn boontjes om te plukken. Met mijn nootjes ben ik ondertussen aan bladzijde 15. Het zal nu wel een beetje vlugger gaan langzamerhand. Ik ga 's avonds nog niet wandelen. Mijn poot wil dat niet. En zomer bijna voorbij. Ziezo. Nu weet je weer alles. Zo veel zoentjes als er gaan in doremifasollasie met alle kruisen, mollen, herstellingsteken, dubbele kruisen en dubbele mollen. Wie dit leest is mijn lieve meisje. Je vriend Pappa de Wijze.
Matthijs.
prentbriefkaart, met afbeelding van een steenuil
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA