Eduard Reeser
aan
Matthijs Vermeulen
Bilthoven, 25 maart 1959
Bilthoven, 25 Maart 59
Beste Matthijs,
Je hebt me met je brief en met de partituur van de nieuwe symphonie een diepe vreugde bereid. Je hebt de verlossende woorden weten te spreken die mij niet vergund zijn geweest; ik sta beschaamd tegenover je, maar gelukkig dat eindelijk een barrière tussen ons is geslecht die ook mij zoovele jaren heeft bedrukt. Ik ben je van ganser harte dankbaar voor deze daad, die de zo noodzakelijke harmonie tussen ons drieën eindelijk kan herstellen.
Mag ik binnenkort eens naar Laren komen, ook om over de symphonie te praten, die mij bij het lezen zeer heeft gefrappeerd? Ik zal tevoren nog even opbellen.
Wees overtuigd van de hernieuwde genegenheid en wees met Thea heel hartelijk gegroet door
Je
H.E.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA