MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19560714 K. Sanders aan Matthijs Vermeulen

K. Sanders

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 14 juli 1956

Amsterdam, 14 juli 1956.

Zeer geachte Heer Vermeulen,

De Heer Flothuis heeft, zoals U uit bijgaand kopie mag blijken, m.i. bizonder snel gereageerd op mijn vorig schrijven. Ik doe U bij deze gelegenheid tevens toekomen mijn laatste antwoord aan de heer Flothuis.

De brief maakt op mij een eerlijke en spontane indruk en ik geloof dat de bereidheid, mijn gedachte te overwegen, oprecht is. Ik ben uiterst benieuwd hoe of deze affaire verder verloopt, maar zal daartoe dus in ieder geval geduld moeten hebben tot na mijn terugkeer op 15 augustus.

In de verwachting dat ook voor U in de komende weken een periode van ontspanning aanbreekt, wens ik U gaarne een prettige vakantietijd toe.

Met beleefde groet en hoogachting,

K. Sanders.

[bijgevoegd afschrift 1:]

Nederlandse Orkeststichting (Concertgebouworkest)

aan

K. Sanders

Amsterdam, 12 juli 1956

Amsterdam 12 juli 1956.

Zeer geachte Heer Sanders,

Wij zijn U zeer erkentelijk voor Uw brief van 6 juli.

Het verheugt ons zeer, dat U het belang van de uitvoering van de Tweede symphonie van Vermeulen inziet, en wij zullen Uw voorstel inzake de integrale uitvoering van zijn symphonieën gaarne in overweging nemen.

Wij zijn er ons echter van bewust dat dit project grote moeilijkheden van technische en andere aard met zich meebrengt.

Tenslotte veroorloven wij ons nog een vraag aan U:

In de tweede alinea van Uw brief spreekt U over 'wij toehoorders'. Het zou voor ons uiteraard van belang zijn te weten, of Uw mening door vele toehoorders gedeeld wordt. Indien U hieromtrent gegevens ter beschikking staan, zouden wij U zeer erkentelijk zijn indien U ons deze wilt verschaffen.

Inmiddels verblijven wij, met vriendelijke groeten en de meeste hoogachting,

NEDERLANDSE ORKESTSTICHTING,

w.g. Marius Flothuis

Artistiek leider.

[bijgevoegd afschrift 2:]

De Weledelgeb. Heer Marius Flothuis

Artistiek leider

Het Concertgebouworkest.

Jac. Obrechtstraat 51

Amsterdam. Z.

Amsterdam, 14 juli 1956

Zeer geachte Heer,

Uw brief van 12 juli j.l. geeft mij de kans U nog juist te antwoorden voor ik met vacantie ga.

Ik kan mijn aanduiding 'Wij toehoorders' niet met verdere gegevens illustreren. Ik maak weinig of geen gebruik van de wandelgangenparade. Mijn woorden duiden op de zaal, bij welk ik − dunkt mij − dezelfde aarzeling tussen verstaan en sympathie waarnam.

Maar ik geloof ook niet dat de klemtoon daar gelegd moet worden. Ik tracht te wijzen op het formaat van het vraagstuk dat er ligt, en de zedelijke noodzaak (en kans!) om dit op te lossen.

Ik geloof ook dat het onjuist zou zijn een dergelijke onderneming in het normale programmawezen in te smelten. Terwijl een integrale (en nog eens herhaald: chronologische) uitvoering van Vermeulen's werk eensdeels een hommage aan zijn persoon zal zijn, zou zij anderdeels m.i. zeer beslist het bijzondere karakter van een studie moeten dragen.

Ik ben mij bewust van de ongewone moeilijkheden die overwonnen zouden moeten worden, maar dat is altijd het geval met iets uitzonderlijks.

Ondertussen waardeer ik de aanvankelijke ontvangst van mijn voorstel zeer en verblijf,

met de meeste hoogachting,

K. Sanders

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA