MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19520712 Dick van den Berg aan redactie DGA

Dick van den Berg

aan

redactie De Groene Amsterdammer

Amsterdam, 12 juli 1952

Amsterdam 12-7-1952

Tel. 89916

Zeer Geachte Redactie,

Uit bijgaande copie zal U blijken dat U te doen hebt met een enthousiast coöperatie-lid en abonné sedert het herverschijnen na de oorlog.

Ik geef U de vrijheid het stukje te plaatsen en natuurlijk mij weer aan te vallen zoveel als U wilt.

Nu ik U toch schrijf even dit: als musicus en muzikaal publicist was ik aanwezig bij de uitvoering van "Les Troyens à Carthage" van Berlioz, ter gelegenheid van het Holland-Festival. Achter mij zat Matthijs Vermeulen. Wanneer ik over dit stuk schrijf zal het zijn als hij het deed,1 want ook ik vind het rondweg een snertstuk.

Maar... ondanks dat mag ik toch van de oude, wijze Matthijs Vermeulen verwachten dat hij uit wellevendheid en omdat het tenslotte toch MUZIEK was, niet ieder ogenblik hard en storend gaat zitten praten en flink met zijn partituur ritselen..... Ik heb me "groen" geërgerd en was eigenlijk van plan in mijn artikel, dat ik dezer dagen zal schrijven, een flinke lik uit de pan te geven. Ik hou echter niet van die onvriendelijkheden en als jongere tegenover deze oude man, vind ik dat toch ongewenst. Maar misschien kunt U hem op deze lompheid attent maken? Noblesse oblige!

Ik betreur het nog steeds dat U niet minstens twee jubileumfeesten heeft gegeven: er was geen in komen aan!

Met de meeste hoogachting,

DICK VAN DEN BERG

Hoewel ik de idee had laten varen omdat Uw muzikaal medewerker Matthijs Vermeulen is, die ik als oudere en wijzere, ondanks die lompheid (!) zeer hoog acht, kwam het mij, na het beëindigen dezer brief toch goed voor U het volgende voor te leggen:

Voor de a.s. Wagner-Festspiele in Bayreuth heb ik een persoonlijke persuitnodiging gekregen. Ik ga daar naar toe voor "Cultureel Kompas" en waarschijnlijk vijf kranten in het Zuiden (Rotterdammer enz.) Ik zal daar meemaken: de "Ring" Meistersinger en Parsival. Tussen 8 en 20 Aug. Daar de uitnodiging persoonlijk is, heb ik alle vrijheid voor diverse bladen daarover te schrijven. En, hoe meer bladen hoe voordeliger voor mij, zoals U begrijpt.

Dus de vraag: voelt U iets voor een artikel daarover?

Zo ja: één telefoontje en ik zal mij met gezwinde spoed naar het Frederiksplein haasten.

Ik maak U erop attent dat ik met vacantie afwezig ben van 20 t/m 28 Juli en van 1 t/m 6 Aug. Onze afspraken zouden dus gemaakt moeten worden in de komende week (14 Juli t/m 19 Juli) of tussen 29 Juli en 31 Juli. In afwachting van Uw berichten dus!

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. Zie: 'De Trojanen van Berlioz' in De Groene Amsterdammer van 2 juli 1952.