N.D.A. Kok
aan
Matthijs Vermeulen
Rotterdam, 19 december 1951
Rotterdam, 19 Dec '51.
Kral. Plaslaan 188.
Zeer geachte Heer Vermeulen,
Door vele drukke bezigheden kwam ik er niet toe, U eerder te schrijven.
In de Groene van 8 December las ik, dat Uw Vierde symphonie bekroond is en ik voel mij gedrongen, U daarmee van ganser harte geluk te wensen.
Altijd heb ik Uw muziekrecensies met zeer veel belangstelling gelezen en toen ik dan ook op het programma van het R.Ph.O. een uitvoering van Uw Vierde symphonie zag aangekondigd, heb ik onmiddellijk aan de Groene geschreven, om te vragen, waarom ze geen notitie van dit belangrijke feit namen. Daarna is er een stuk van Rudolf Escher verschenen, tot mijn grote voldoening.
Daarna heb ik het zeldzame voorrecht gehad, de uitvoering te mogen bijwonen.
Het was muziek, heel anders dan wij die gewoonlijk horen en anders dan die, welke mij in 't algemeen het meest treft. Maar ik kan U verzekeren, dat zij een geweldige indruk op mij gemaakt heeft, zó zelfs, dat ik ze nog in mij hoor nazingen. Iets dergelijks is mij alleen nog gebeurd met een uitvoering van Bachs vierde Brandenburgse concert. – U begrijpt dus, dat ik mij zeer verheug over de officiële erkenning, die U eindelijk te beurt is gevallen. Van harte hoop ik, dat dit het begin zal betekenen van regelmatige uitvoeringen van Uw muziek.
Het is zowel voor U als voor ons zeer verblijdend, dat ook de mens, die niet transigeert, erkenning kan vinden.
Met de meeste hoogachting,
N.D.A. Kok
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA