MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19500214 E.J. Klinkenberg-Zeeman aan Matthijs Vermeulen

E.J. Klinkenberg-Zeeman

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 14 februari 1950

Amsterdam-O. 14 Febr. 1950

Geachte Heer,

Uw boek: "Het Avontuur van de Geest" heeft me een paar gelukkige uren bezorgd, en nu zou ik graag van U, juist van U, een antwoord willen hebben, op een vraag, die in me opkwam, bij het lezen van een boekbespreking door F. Sierksma van het boek: "Wegen en Grenzen" geschreven door G. v.d. Leeuw.

Sierksma schrijft o.a.

"... De auteur zoekt steeds een verbinding naar boven, naar God. Hij zegt zelfs: "Alleen de geest doet dansen."

Het is echter de vraag, of men het contact niet naar beneden moet zoeken, of de dans niet een poging is, van de pas ontwaakte geest om zichzelf weer te vergeten in de donkere oergrond. Er is een lichte extase in mystiek en wetenschap, maar in de dans beleeft men de donkere extase van de aarde en het lichaam.

Dat de dans zijn begin zou vinden in het feit, dat God zich naar de wereld toe bewoog, lijkt mij niet geheel juist. Dan heeft hij zich reeds in de microben in beweging gezet, zonder dans. Het lijkt mij waarschijnlijker, dat de geest, zich in de dans wil vergeten en zijns ondanks door deze poging vaste rythmen schept, waarlangs hij zich kan bewegen naar drama en verder."

Tot zover Sierksma.

Voor een gewoon mens, die wel eens over deze dingen probeert door te denken, werkt zo'n bespreking niet erg verhelderend. Alles kan immers zó en anders zijn. Sierksma stelt zijn mening tegenover die van Van der Leeuw. Met welk recht? Natuurlijk met het zelfde recht, als waarmee Van der Leeuw zijn mening naar voren brengt. Maar beide meningen zijn zeer subjectief. Wie zal uitmaken, welke het meest waarschijnlijk is? Past ons hier niet veeleer een zekere bescheidenheid? Is het niet beter over deze dingen te zwijgen en ze te beleven? Ontegenzeggelijk zou er dan heel veel ongeschreven en onbesproken kunnen blijven. Maar dat geloof ik ook werkelijk. Of vindt U, dat het toch wel zin heeft?

Mocht een antwoord op mijn vraag te veel gevergd zijn, beschouwt U deze brief dan als niet geschreven.

Hoogachtend

E. Klinkenberg-Zeeman

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA