MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19491103 Matthijs Vermeulen aan Marius Flothuis - concept

Matthijs Vermeulen

aan

Marius Flothuis

 

Amsterdam, 3 november 1949

 

Amsterdam, 3 november 1949

Waarde heer Flothuis,

Na de indrukken, welke door Uw artikel in de Vrije Katheder bij mij veroorzaakt zijn, een tijdlang te hebben laten betijen ben ik tot de volgende conclusie gekomen:

Uw relaas over mijn Vijfde Symphonie bevat minstens drie aperte onwaarheden (wat de Fransen contre-vérités noemen) die door U gebruikt worden als polemische middelen, waarvan Uzelf het onwaarachtige (om geheel juist te zijn: het leugenachtige) karakter kunt kennen. Ik gebruikte bij mijn harde oordelen, welke U beweert ongeveinsd te bewonderen, nimmer een dergelijke methode. Betreffende de eer en de eerlijke strijd huldig ik opvattingen, welke zulk een methode niet gedogen. Ten opzichte van lieden die dergelijke knepen aanwenden, heb ik altijd een soort van erbarming, vermengd met minachting, gevoeld. Mijn gewaarwording van erbarming houd ik voor juist. Mijn sensatie van minachting kon ik totnutoe niet overwinnen. Tot mijn spijt. U moogt dit kentekenen als een dubbel gebrek bij mij.

Maar de psychologische gegevens nu eenmaal zó zijnde, moet ik er de consequenties uit trekken. Zij luiden als volgt: Tussen lieden die zich bij de argumentering hunner tegenstanders bedienen van aperte onwaarachtigheden, tussen zulke lieden en ik, kunnen geen relaties bestaan.

Het spijt mij erg een vergissing te moeten bekennen in mijn aanvankelijke appreciatie van iemand, die ik hield voor een onbevangen mens, voor een mogelijk kunstenaar. Ik ben zéér benieuwd naar het resultaat der risico's die U neemt (niet ten aanzien van mij) maar tegenover de velen die bij U schijnen te passen.

Als ik U tot afscheid een goede raad mag geven: Ga in psychoanalyse om U te bevrijden van het complex Bertus van Lier. Misschien zal U dat helpen.

Met de verschuldigde achting voor de mogelijkheden welke ik bij U vermoedde, en vermoed

Matthijs Vermeulen

 

gepubliceerd in Marius Flothuis, Brieven in opmaat (Utrecht/Antwerpen 1990), 72-73

 

tevens concept aanwezig

 

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA