MATTHIJS VERMEULEN

J. Reitsma

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 6 oktober 1947

Amsterdam, 6 X 47

Geachte Heer Vermeulen,

Als getrouw lezer – en bewonderaar – van uw wekelijkse bijdragen in de Groene A. las ik een tweetal weken geleden enkele opmerkingen van u over de commissie die de programma's samenstelt. (Als er een commissie is; ik vrees dat het Rudolf Mengelberg alleen is, wiens composities ons dezen winter wel weer zullen worden voorgedraaid, nu hij helaas terugkwam).

Ik dacht hieraan, toen ik bijgaand stuk in het Parool las. Ik vestig graag voor zooveel nodig uw aandacht hierop, opdat u met te meer klem nog eens zult aandringen op minder geheimzinnigheid en meerdere democratisering bij de samenstelling der programma's. –

Het vorig seizoen opende met het prachtige "Te Deum laudamus" van Diepenbrock; nu zet Rudolf M. ons als opening een "Te Hitler Laudamus" voor.'t Is fraai, en belooft niet veel goeds.

Hoogachtend

Uwdw.

J. Reitsma

de Don Quichotte werd ook al uitgevoerd. Strauss heeft blijkbaar tantièmes nodig waarvoor zijn politieke vriend Mengelberg moet zorgen.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA