MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460626b Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 26 juni 1946

Louveciennes

26 Juni 1946

Woensdag-avond

Mijn gebiedster, mijn soevereine Thea,

het schijnt toch een stap te zijn, de afkondiging van ons trouwen, want ook ik ben meer dan lichtelijk in een roes, sinds ik je brief van dezen morgen las. En wie weet tot welk een exaltatie ik geraakt zou zijn als ik niet den ganschen dag had moeten zwoegen (maar op dien grondtoon van iets gelukkigs) aan mijn somber verhaal! Je zult zeggen: waarom koos je dat? Wijl het actueel is (Rousset kreeg een prijs) en omdat het onderwerp, naar mijn gevoel, behoort tot de geheime gedachten en de gewetensknagingen van alle denkende menschen, tot de wroegingen welke niet mogen worden opgekropt en waarvoor men een bevredigend heelmiddel moet geven. En ik wou wel dat er tien duizend journalisten op dit oogenblik zoo over dachten als je donquichottische Matthijs, die 't in zijn kop gezet heeft om optimist te zijn, en dat wij 't einde van den zwarten tunnel, van het Kali-Youga der Hindoes, en 't eind van 't bewind van den anti-christ, zullen bereiken. De mensch leeft met een nachtmerrie waarvan wij hem moeten bevrijden met goede argumenten, en ieder naar zijn vermogen. De draken uit hun hol halen, niet om erover te jammeren, maar om ze in 't gezicht te zien en 't hoofd te bieden. Faire face. Heel kalm, dat spreekt. Maar met een rotsvast geloof. Niet de minste aarzeling in het diepste onzer gevoelens, in de verborgenste onzer gedachten. En ik dank den Hemel (en jou) dat mijn binnenste zoo gestemd is, en precies gelijk ik zeg.

Overigens overkomt me dit: nu onze verbintenis openbaar, officieel wordt, voel ik mij een beetje verblind, ébloui, door mijn geluk, verrast, en als een ziel zich de oogen kon uitwrijven van verwondering zou de mijne het doen, en trouwens zij doet al eenige dagen op deze wijze, doch in een vorm waarvoor geen woorden bestaan. Zoolang onze wederzijdsche roeringen enkel bekend waren aan ons, hadden zij nog iets van een droom, hoe werkelijk ik ze ook wist. Nu is die droom iets feitelijks. En nu kijk ik terug op de negen maanden dat ik je bemin, aanbid, verlang, verwacht, ik heb eenige moeite om mij voor te stellen dat zij gebeurden die negen maanden van liefde, en ik vergewis me met een kalme, warme verrukking dat 't zoo is, dat ik me niet vergis, dat ik een schat heb die Thea heet, dat de dageraad die ik droomde dag werd, heldere, zonnige dag. Het is dus toch een stap, liefste! Zoo tooveren zelfs de ambtenaars van den burgerlijken stand! Hadt je dat ooit gedacht?

Eenig, zoo vlot als ons ondertrouwen voor je gegaan is, en eenig zooals je 't vertelt. Ik zou haast zweren dat voor jou overal de juiste man op de juiste plaats is, ... en moge ik het óók zijn! Wat een uitstekend idee van me om je te schrijven je veux me marier avec Théa. En dat jij dien brief bij de hand hadt. Fantastisch. Dat mag ik eveneens noemen "in harmonie zijn". En dat die Sousah van bijna dertig jaar geleden nog op de proppen komt! Fantastisch. Inimaginable! Laat ik je even zeggen, voor alle securiteit, dat ik je het administratieve papier vanmiddag geteekend terugstuurde (en heel prettig geteekend, dat moet je kunnen zien) mèt het klad van mijn somber verhaal. Als hierin zelfs (in dat somber verhaal) Greet nog een klank hoort van iemand die gelukkig is dan bedriegt zij zich niet. Dat is ook geen romantiek, noch hineininterpretieren. Thea, met den gloed dien zij in me wekte, is elke minuut in mijn gevoelens en gedachten, waarom zou je dan niet achter elk woord zijn dat ik schrijf? Zei ik het je al niet een dozijn keeren, rakker die je bent, dat je me doorgonst en dat er geen regel in 't boekie staat waar niet iets van jou in klinkt?! Lief van Joanna, haar bloemen; en ik wist niet dat er witte phloxen bestonden. Was het taartje lekker? Dat zeg je me niet eens! Ik zou die frivole nachtpon ook wel willen zien, want dat kan ik mij heelemaal niet verbeelden, daar schiet mijn fantasie te kort, en je beschrijft hem niet eens! Wat weet jij ervan of dat niks is voor mij?? Ik weet het zelf niet! Breng hem mee naar hier. Stellig zullen wij er samen om lachen. En ik voel je reeds tegen mij aan, terwijl ik dit zeg. Fée Merveille. Dat doet me opeens denken aan onze formule. Ik heb niets meer kunnen verzinnen dan dit: "Thea D. en M.V. deelen mede dat zij op ... 1946 getrouwd zijn te Louveciennes." Of: dat zij te Louv. getrouwd zijn op ... In dat mededeelen ligt al een toontje van vreugde, vin-je niet? Is het te veel: Het verheugt Thea D. en M.V. mede te deelen dat ... etc.? Misschien wel. Ik laat dat over aan jou. Ik vind vast niets beters dan "deelen mede". Zooals je ziet houd ik mijn volgorde der namen. Voor mij klinkt Thea D. en M.V. rythmischer en melodischer dan omgekeerd, en al jouw consideraties vallen daarbij in het niet. Maar je hebt pleins pouvoirs, lieveling, en je zult ze steeds hebben. Richt dat in zooals je wenscht. Geen gevaar voor geweldige botsingen. Ik heb allang bemerkt dat je doet wat je wilt! en dat ik van jou niet dikwijls gelijk zal krijgen wanneer we discuteeren! Ik kan gerust zeggen nooit! Dat hindert me volstrekt niet. Als je maar van me houdt. Weet je waarover Paul Sanders zich verheugt? Over het geluk van Thea. Ook dat vertelt me, liefste, welk een sprookjesachtige schat je bent. Zooals je Piet in je "geheim" inwijdde is eveneens magnifiek verteld en heeft iets sprookjesachtigs. Moge ik je waardig zijn en moge ik beantwoorden aan alle goede verwachtingen.

Voor een cursusje is het nu te laat geworden, mijn lieveling. Maar ik zal me bij je te luisteren leggen. Want die cursusjes zijn me altijd gekomen door een soort van bijzondere ingeving, geheel en al van binnen uit, en onweerstaanbaar. Dat was voor mij zelfs het geheimzinnige ervan. Even mysterieus als de droomen waarin ik met je wakker word, dezen morgen nog, en waarvan ik alles vergeet behalve een herinnering van lieflijkheid welke mij den ganschen dag vergezelt. Ik vind het heerlijk, Thea, (ik buig me over je en neem je in mijn armen en begin de ceremonie) ik vind het zalig, Thea, dat zoo mijn onbereikbaarste ik altijd bij je is en me komt zeggen dat ik ben je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA