MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460516 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 16-17 mei 1946

16 Mei 1946

Lieve Matthijs, J. en ik hebben vanochtend even samen gezongen, om een programma samen te stellen voor een radio-halfuur, dat aan A.D. gewijd moet zijn. Het is 12 Juni, heeft dus nog even den tijd, maar ze willen de programma's altijd lang vantevoren hebben. Dat uitkienen van die minuten vind ik altijd zoo vervelend, want als die omroeper tusschendoor een beetje zeurt, dan kom je tijd tekort en moet je gaan jakkeren of ze draaien je gewoon midden in een lied af. Pérugia heeft daar ook gezeur mee gehad, ze moest ineens een paar coupletten meer zingen van de Pijper-liedjes en die had ze nooit ingekeken. Maar wat ik eigenlijk zeggen wou, is dat we het over dat "persoonlijk toucher" gehad hebben. Ik heb daar nooit over nagedacht dat het in de tijdsafstand zou kunnen zitten. Tusschen hard en zacht bestaat natuurlijk een verschil van snelheid van aanslag. Dat doet iedereen automatisch, maar behalve dat geloof jij dus dat er nog iets anders is. Àls iemand zoo'n persoonlijk toucher heeft, dan komt dat zoo onbewust, denk ik, dat hij niet weet wat hij doet. Henr. Bosmans, die geen reden had om een vriendelijkheid tegen me te lanceeren, heeft me eens gezegd dat ze vond dat ik een bijzonder toucher had. Verder nooit iemand. D.w.z. een leek, een Française, een heel muzikaal mensch, zei me eens na de "Winterreise" dat ik anders speelde dan andere menschen. Maar ik weet eigenlijk niet of het wel zoo is. Ik denk wel dat je me ook daarin overschat, niet in mijn muzikaliteit in het algemeen, maar wel misschien in dat toucher. Want ik kan me niet voorstellen dat er niet een aantal anderen zouden zijn onder de vele groote pianisten, die dat hebben. Cortot vind ik ook een zwendelaar. Op de meest schandalige manier heb ik hem Chopin hooren spelen. Chopin heeft dat dus zelf gezegd over die 2 handen en het rubato? Dat wist ik niet. Die combinatie van Tsjechisch en Brabantsch bloed verklaart veel van Lia. Een boerendeerne, die niet genoeg raffinement heeft om sommige finesses zelf te ontdekken, maar met de juiste hoeveelheid temperament om het mee te kunnen voelen als het haar gezegd wordt. Maar voor dat ze nog zoo jong is, lijkt het me alsof ze al een heeleboel zelf ontdekt heeft. Als dat "hart en ziel" bij jou niet aanspreekt, begrijp ik nog niet dat je zoo tevreden kon zijn. Die strikt-persoonlijke maatstaf leg ik gewoonlijk wel aan in de krant (als het tenminste eenigszins zin heeft.) Ik weet dat het idioot is, want ik weet dat ik iets zeg dat voor niemand anders geldt dan voor mij alleen. Het is idioot, maar ik zou niet weten hoe het anders te doen, en als mijn hoofdredacteuren – vroeger van de N.R.C. en nu van het Parool – tevreden zijn, dan moeten ze het ook zelf maar weten. Ik vind het altijd wel jammer dat ik geen zangeressen heb om mee te studeeren. Daar ligt toch eigenlijk mijn kracht, niet in het les geven van kleine kinderen, wat me hoe langer hoe meer gaat vervelen. Doordat ik op geen conservatorium ben geweest, heb ik die relaties niet. Ik ken wel "iedereen", maar vóór ik ze leer kennen, hebben ze al van lang her hun repetitoren. Misschien komt het nog eens.

Helaas is het puur technisch studeeren wel iets, geloof ik, dat niet te vermijden is. Als je denkt dat ook de technisch zeer begaafden 6-8 uur studeeren moeten om hun spieren in training te houden, dan is het onmogelijk om al die uren je ziel te laten branden. Peter studeert nooit etudes, dat vindt hij verloren tijd, je kunt beter dadelijk de stukken studeeren, zegt hij, want de techniek is ook altijd anders naarmate de geestelijke eisch verschillend is. Dit is wel een hoog standpunt, maar het gevaar is dat je de stukken zelf dan zooveel uren per dag mechanisch studeert. Hij heeft daar geen last van, als hij van het oefenen op de ernst overgaat, is het stuk altijd weer levend voor hem.

Het is wel goed, Matthijs-lief, dat je met je cursus weer door bent gegaan! Ik moet nog zooveel leeren en kan het zoo petit à petit doen. Je hoeft nooit je hart een beetje vast te houden. Je kunt met mij over alles praten. Iets anders is of ik er iets bij voel. Het is best mogelijk dat het voor mij zoo zal blijven, dat ik het goed vind omdat jij het prettig vindt. Het kan ook zijn dat het mij zal "bevallen". Ik heb altijd gedacht dat het heerlijk moest zijn om volkomen vertrouwd te liggen naast een man, met wien je innig verbonden bent, zoo vertrouwd als met een moeder. Voor alles wat meer activiteit of krachtsinspanning vereischt voel ik me bij voorbaat te moe en heb er dus geen verlangen naar. Er is voor mij niets verlokkends in de dingen die je me schrijft. Dit is geen ongeduld. Ik zal wel geduldig zijn, en er valt niets van te zeggen of de dingen in de werkelijkheid anders voor me zullen worden of niet. Ga maar door met je onderrichting. Tenminste wanneer het je in den zin komt.

Vrijdag

Het was heelemaal niet zoo druk gisteren. H.E. had kunnen komen, maar komt misschien vandaag. Zóodoende heb ik kunnen studeeren, voor het eerst na 2½ maand! Ik zag, wat ik wel wist natuurlijk maar waar ik niet aan gedacht heb, dat er 3 Nocturnes in B. zijn van Chopin. Het is de laatste die ik zoo mooi vind.

Ik moet nu gaan stemmen; wat een onzinnige bezigheid! Kreeg vanochtend weer een prachtig klavertje van je! Dank je wel. Maak je niet te moe met je visioenen. Maar daar kan je misschien niets aan doen.

Dag en nacht ben ik ook je

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA