MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460505 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 5 mei 1946

Louveciennes

5 Mei 1946

Zondagavond.

Ma pauvrette, et ma richissime Théa!

dat stille hopen van me is vervuld. Er was post dezen morgen. Het armetierige briefje van je, O jij! Nu moet ik óok nog zien dat mijn kleine monster verschrompelt. Neen, mij overkomt zoo iets niet. Ik ben van alles geweest op dagen zonder jou; beroerd, belabberd, stekelig, woelig, broeierig, huilerig, nijdassig of half kapot, maar nooit minder verlangend, nooit verschrompeld! Dat kon ik me zelfs niet inpraten, hoewel ik 't geprobeerd heb. Want 't is wel een soort van redding om zonder verlangen te zijn wanneer niets je verlangen kan bevredigen. Maar 't lukte me niet. En van jou geloof ik er ook niets van. Je maakte je wat wijs. Je bekladt je nog eens! De hemel zij dank eindigt je verrimpeling met een jubelkreetje in inkt. Wat zag en wat hoorde ik dat graag! Het heeft me een dag verlicht en gekleurd die asch-grauw had kunnen worden.

Echt uit den "goeden, ouden tijd" dat briefje en het verhaaltje van je boekbinder. Een ware troost. Wat men ook beweert in alle philosophieën van het absurde: in onze geïndustrialiseerde eeuw leven er nog brave, trouwe menschen.

Nu eerst een aantal zakelijkheden.

Heb ik succes met mijn nieuwe manier van bussen? Ik voelde Donderdag dat er iets haperde bij je. Die wandeling 's nachts naar 't postkantoor doe ik in een verdubbelde eenzaamheid. Maar de brief vertrekt 's morgens te 7 uur; en dat heb ik ervoor over als er resultaat is.

Dezen ochtend een bericht van Onnen dat de Sonate bij de Radio gespeeld zal worden op 8 Mei, om 15 uur. Hij houdt eerst een inleiding. Voor mij is 't een slecht uur, want overdag, wegens het zonlicht, zijn verre stations hasardeus, vooral daar Hilversum niet tot de sterke behoort. Jou zal de kennisgeving wel te laat bereiken. Tant mieux. Ik heb veel liever dat je naar die muziek luistert in direct contact. Ik had al gedacht: je moest Tortelier op 't Atelier hooren. Wanneer ik pouvoirs illimités had bezeten van je zou ik het hem zelf hebben voorgesteld, ook om de Berceuse. Maar wellicht heb jijzelf al iets van dien aard gecombineerd. Op 14 Mei speelt Tortelier met Lia nog een sonate van Chostakowitz [lees: Sjostakovitsj]. Je zou dus den tijd hebben.

Ik ontving een aardigen brief van Julius Hijman. Hij stuurt me een pak, een regenjas en schoenen. Totnutoe had ik geen chance met Amerikaansche kleeren: ze waren me allemaal veel te wijd. Misschien past Julius mij beter! Hij doet er ook enkele snuisterijen als tabak bij, hoop ik. De 706 francs invoerrechten welke ik moest dokken en die ik hem signaleerde (het was nochtans een Roode-Kruis-pakket) laat hij me restitueren door "zijn bankier in New York". Grappig, dat jij hem indertijd goed gekend hebt. Zijn spel had inderdaad iets ruws, iets onafs; het miste interieure verfijning. Maar hij compenseerde dat met een zeker enthousiasme. Toch hoorde ik ook niet van hem, en van niemand zijner, mijner generatie, de sonate gelijk ik ze 't wenschte. Zij speelden ze als iets aangeleerds; als iets wat niet vanzelf gaat, gelijk ze Honegger of Hindemith spelen, met die innerlijke droogheid. Tortelier en Lia spelen haar alsof 't Haydn is, en zoo moet 't. Ik had tenminste steeds gedacht dat 't zoo kon. En 't deed me een geweldig plezier te ondervinden dat 't zoo inderdaad ging. Heelemaal natuurlijk, hoe "modern" ook, want ze is nog "hyper"-modern. Iets dat geheel van-zelf zingt, als Haydn!

Nu ga ik soupeeren. Ik was heden aan mijn vijfden dag erwten-soep. Hoe zou Mme Honnepon dat bevallen??!! Vandaag weliswaar had ik er een biefstukje bij, 't eerste sinds drie weken. Maar vin-je niet dat mijn snert zich prachtig houdt? Morgen kan ik roemen op een Zesdaagsche! En dan komt een weekje van witte boonen, Mme Honnepon. Want mijn dochter kondigt me aan dat ze pas na den 13de denkt terug te keeren. Ze is verrukt over haar bedevaart. Zij bevindt zich dans un vrai pays de Cocagne. Drinkt een liter melk per dag. Logeert in een boerderij. Heeft alles hartje-wat-lustje. Maar ze kikt nog niet van de hemelsche stemmen.

− Na mijn avondmaaltje; een bord havermout, een paar sneedjes brood, een stukje vleesch en een kop koffie van jou. Het alleen-zijn bekomt me dezen keer slechter dan de vorige maal. Het geeft me een tendens naar geresigneerdheid. Ik bedoel: om te beseffen dat er een menigte onmogelijkheden zijn. Om me er dus bij neer te leggen. Dat is niets waard. Het defensieve deugt niet. De ziel gedijt enkel in 't offensief, in 't onbegrensd mogelijke. Maar van alle menschen op aarde zou ik er slechts één bij me willen hebben. Jou, als je erg vertrouwd met me bent. Zou je denken dat je zoo vertrouwd met mij wordt als met niemand ter wereld, zoo vertrouwd als je bent met jezelf? Ik stellig met jou. Dat zou slechts afhangen van Thea.

Deze morgen kreeg ik ook een mededeeling van Air-France dat ik een pakje moet komen halen in Rue de Chateaudun. Dat is vlak bij Notre Dame de Lorette. Ik liep daar vroeger dikwijls als ik naar Jean Marnold ging. Zonderling type. Hij was een der weinige menschen die de onvoltooide Fuga van Bach, op b.a.c.h., beëindigd heeft. Hij geloofde aan niets, behalve dat er na den dood géén Marnold meer was. Hij heeft me de Stoïcijnen leeren kennen die alles gratis deden en geen belooning verwachtten voor hun verdiensten, noch hier, noch hiernamaals. Hij was ook de eenige die de Grieksche muziek verstond. Intiem bevriend met alle oude en jonge componisten die telden, doch altijd onafhankelijk en streng in zijn oordeel. Daarbij ijdel als een cocotte; hij verfde zich zwart, hij had een prachtigen, oud-Franschen fijn-geciseleerden, energieken medaille-kop, en op de planken zijner bibliotheek stonden een aantal avantageuze foto's van duels die hij gevoerd had. In die buurt woonde ook Ernst Lévy, van wien Hijman me schrijft dat hij veilig in Amerika zit en concerten gaf. Maar hij zegt me ook dat Koussevitzky nog dirigeert in Boston, dien de Franschen kranten twee jaar geleden begraven hebben. Wat ik je al eens wilde vragen: Heb jij goede kennissen in Zwitserland die zouden kunnen informeeren naar Charles Faller, directeur du Conservatoire à La Chaux de Fonds? Ik zond hem een aantal brieven waarop ik geen antwoord kreeg en die me ook niet geretourneerd werden. Hij heeft 't manuscript mijner 1ste symphonie en het orchest-materiaal. Ik zou dat wel terug willen hebben (het is er al 7 jaar!) vóór mijn verhuizing, maar ik weet niet hoe ik 't moet aanleggen. Wat doe je met iemand die doof-stommetje speelt? Zijn vrouw heeft vóór den oorlog La Veille met orchest gezongen in de Zwitsersche Radio; zijn dochter heeft mijn cello-sonate uitgevoerd op hun conservatorium-concerten. Het zijn dus goede vrienden; en ik begrijp er niets van! Ik maak me niet gauw dik; maar ik zou toch niet graag zien dat die symphonie verloren raakte; want al is 't mijn eerste werk, ik kan 't handhaven en durf er gerust mee voor den dag komen.

Ik ben nieuwsgierig naar je pakje, doch wanneer ik 't ga halen weet ik nog niet. Je zult 't wel merken aan een "dubbel-brief"! Ik wou wachten, als 't niet te lang duurt, op 't Crédit Lyonnais. Het kost weer 63 frcs, gelijk 't vorige. Ik vermoed dat 't de transport-kosten zijn van 't aërodrome naar Parijs. Een beetje duur misschien. Vooral wanneer jij die ook reeds zoudt betalen! Maar mij is 't om 't even. Wat er in je pakje zit is altijd meer waard dan 63 francs! Prettig in ieder geval dat 't arriveerde.

Vanochtend meldde me ook de Groene dat "onze Heer Dijkstra" binnenkort naar Parijs zal komen en zich met mij in verbinding zal stellen! Ik ben benieuwd wat dat wordt, en wil mijn best doen om het wat te laten worden. Onnen zond me vandaag ook het Nr van de Groene met het anti-Picasso-stukkie van Jany. Hij vervulde daarmee een wenschje van me! Ik vroeg 't ondertusschen ook al aan Jany-zelf, hem zeggende dat ik 't gehoord had van Thea. Het is de eerste keer dat ik je in mijn brieven aan Jany tout court Thea noem! Ik zal hem langzamerhand een licht doen opgaan!

Hoe is mijn toon vanavond in je ooren? Jij, die luistert. Ik vind me kalm. Maar ik moet er niet aan denken wat ik doen zou wanneer je nu hier binnen kwam, want dan klem ik al onwillekeurig de kaken opeen en haal diep adem, gelijk wanneer een verlangen je bestormt en alle krachten in beweging zet. Ik klem je aan mijn hart, ik klem mij aan je borst, Thea van

je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA