MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460115a Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 15 januari 1946

15 Jan. '46

Lieve, lieve Matthijs, wat heb je me weer veel moois geschreven Woensdag en Donderdag!

Maar eerst over Engeljan: omdat jij maar eèn gezichtspunt hebt, n.l. de liefde, hoeft dat voor je vrienden in Holland nog niet zoo te zijn!! Zij praten er gewoon over dat jij repatrieert, dat heeft verder met "ons" niets te maken. Jany spreekt er met Sanders over en Sanders met H.E. en Jany met Pom en Jany met dien uitgever en Jany met Engeljan, en dat Wouter het van Engeljan heeft, is lang niet zeker, want die spreken elkaar zelden. Of Jany iets speurt, weet ik niet. Het is wel waarschijnlijk. Maar dan komt het niet door mij, want ik ben volkomen onbevangen met hem. Ik denk dat Pom al veel eerder iets gespeurd heeft. J. heeft hem wel eens een paar maal wat van je brieven aan mij laten lezen, omdat zij het zoo onaardig van hem vond dat hij nooit iets gaf voor mijn "ondersteuningsfonds". En ik meen me te herinneren dat hij Engeljan al eens jaren geleden de een of andere vraag in die richting gesteld heeft (zoo dik lag het er bovenop!). Een moeilijkheid vind ik H.E., want met hem ben ik zoo razend intiem, door het werk, dat het idioot zou zijn als hij het van buitenaf hoorde. Maar juist tegenover hem heb ik "weerstanden", heel erg zelfs, omdat ik met hem zoo vaak over jou en E. gepraat heb. Hij veroordeelt nooit iets uit hoofde van zijn scepticisme, maar heel vreemd heeft hij dat geval altijd gevonden. En ik heb het dikwijls een beetje probeeren te verklaren, en als ik nu hiermee aankom, kan het achteraf lijken alsof ik je altijd al wilde verdedigen en alsof het dus eigenlijk allang aan den gang was. Dat wàs het ook, maar tegenover H.E. heb ik natuurlijk altijd gedaan alsof er niet het allergeringste vuiltje aan de lucht was. Ik herinner me dat ik iets citeerde (jarèn geleden) wat ik je geschreven had (over Pappie natuurlijk) met "u", en dat hij toen zei: zoo, noem je hem niet bij den naam? Het is niet dat ik hem bewust een verkeerde voorstelling van onze vriendschap heb gegeven, maar ik heb hem niet laten mee-evolueeren, omdat hij, zooals ik je al zei, ergens geprikkeld is tegen je en ik meende dat een verhoogde intimiteit tusschen jou en mij hem nog meer zou prikkelen. Dàt is dus een probleem dat ik wel onder oogen moet zien. Of Pom jou en jou-en-mij als combinatie gunstig gezind is, weet ik niet; het maakt op mij den indruk, alsof hij mij ontwijkt, als ik hem toevallig ontmoet. Jany zal het wel goed vinden, denk ik, al heeft die vroeger geroddeld over Moeder. De oude vriendinnen van Pappie en Moeder, die het zoo vreeselijk erg hebben gevonden van jou, wou ik maar dat dood waren. H.E. vindt het niet erg – zooals gezegd, hij vindt nooit iets erg – maar hij vindt het onbegrijpelijk, omdat hij zich niet voor kan stellen wat E. voor een veel jongere man voor attractie kan gehad hebben. Maar om op het uitgangspunt terug te komen: Onnen hoeft heelemaal niet te weten wat jouw motieven zijn om naar Holland terug te willen. En ik denk haast dat Engeljan hier niets mee uitstaande heeft.

Wat je over J. schreef, zal je wel begrijpen dat ik niet zoo erg prettig vond. Ik heb je nooit precies gevraagd wat je bedoelt met je "weinig gebruikelijke taal": die van na half Sept. of daarvoor? Ik zie niet in waarom je de laatste (die ik bedoelde) niet tot J. had kunnen richten, want als zij je brieven las, las ze ze net zoo als ik, had er de zelfde reacties op, heusch waar. Maar je weet natuurlijk nooit, kunt niet nagaan welke de wegen der liefde zijn, het is nu eenmaal niet J. maar Th. die jou warm maakt; maar van die marmeren beelden vond ik niet prettig, vois-tu? Hoe kan je overigens denken dat jouw (letterlijk) geteekende woorden mij niet warm zouden maken? Dat meen je niet. Het phenomeen is dus mirakelscher dan mirakelsch! Eèn vraag blijft er intusschen voor mij toch open: is het niet de werking van de fantasie bij jou? als je hier bent, roer ik je dan ook? En roer ik je dan uit mijzelf of roer ik je omdat jouw verbeelding dat allemaal bij je in werking zet?

Je oplossing voor "sans appauvrir le mari" zal wel de juiste zijn. Als zij absoluut meende dat zij iets deed dat in jouw belang was, dan had zij het recht het te doen buiten je om – dat geloof ik wel. Ik vraag me alleen af: is zij zoòdanig met overleg te werk gegaan? Het heele complexe van deze gedachtengangen lijkt me haast van een gecompliceerdheid die wel achteraf gereconstrueerd kan worden, maar die vantevoren niet te overzien valt. Berustte alles misschien maar op gevoelens die zij zichzelf niet eens duidelijk kon maken? En zei zij misschien daarom: "Alles komt terecht", omdat dat het overheerschende gevoel was? En haar geheim: dat zij de hemelsche afkomst van de dingen wist, zou dat misschien ook onbewust, niet-bewust, in haar geleefd hebben? Ik bedoel: als het bewust in haar geweest was, zou zij het je dan niet hebben kunnen uitleggen? Mag ik je vragen, waarom je haar smeekte? Vroeg je haar of zij van plan was zich tegen den dood nièt te verzetten?

Over de ascese is haast nooit iemand het met me eens, ook de geestelijken (wereldgeestelijken) niet die ik erover sprak. Ìk geloof dat zij bevorderlijk is voor de ziel. Het is nog meer de zelfoverwinning dan de onthechting die me zoo gezond lijkt. Een training in het doen, d.w.z. op je nemen van dingen die je vervelend vindt, is heel nuttig, geloof ik, maakt je op den langen duur minder blind, maakt dat je een plan, een coulisse, verder komt te staan. Graag zou ik zelf in die richting me een scholing geven. Er komt helaas maar heel weinig van door het te drukke leven en het te zwakke body. Ook met een zwak body en een veel zwakker dan het mijne kan je de ascese beoefenen, maar dan kom je langzamerhand buiten het gewone leven in de maatschappij te staan. Of je riskeert een vroege dood, waarbij je moet uitrekenen wat voor verantwoordelijkheden je hebt. – Dit is eigenlijk een te uitgebreid onderwerp voor een laat avonduur. Dank je voor al je honderden omhelzingen ("elk woord dat ik schrijf"). "Bezadigder" is niet het woord voor je veranderde toon, hij is lager van diapason, ik weet niet hoe ik het zeggen moet, voller dus, minder zwevend – als ik er lang over nadacht zou ik misschien juistere woorden vinden. Ontbijt lekker of werk lekker na deez' mijn omhelzing!

je

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA