MATTHIJS VERMEULEN

Thea Diepenbrock

aan

Anny Vermeulen-van Hengst

Amsterdam, 3 juni 1939

3 Juni 1939

Lieve Mevrouw,

U zult misschien dezer dagen opgeschrikt zijn of nog worden door een groot pak van Alsbach. Ik had het een aardiger idee gevonden het zelf te sturen, er zit zooiets machinaals in als zoo'n man van Alsbach alles bij mekaar zoekt en inpakt, maar hij wilde het nu eenmaal à tout prix doen, wilde het me uit de hand nemen. Ik hoop dat uw man eens tijd zal hebben in de muziek te lezen.

Wat ik u over de symphonie schreef was een pure uiting van nieuwsgierigheid. Ik wilde alleen maar weten of uw man of u soms ook had gevonden dat er een teveel aan Es-klarinetten en piccolo's was. Maar dat is blijkbaar niet het geval geweest, want als uw man zegt dat hij het zou moeten nakijken in de partituur dan is het hem blijkbaar niet opgevallen. Het zal dus aan mij gelegen hebben. Mocht er van een uitvoering in Budapest komen en ik ging erheen, dan zal ik mijn ooren nog eens goed openzetten! We zijn vanochtend nog ernstig met La Veille bezig geweest. Het is moeilijk. En veel mooier dan de indruk die ik van Seroen en de Nobel ervan gekregen had. Wat ik jammer vind is het meespelen van de zangpartij in de piano, maar de bedoeling zal wel zijn om er iets glazigs, griezeligs van te maken en dat moet ik er dus maar zien uit te halen.

Aan de kamer bij uw schoonzuster zullen wij denken – ik kan u alleen niet veel hoop geven dat wij er iemand voor vinden. Onze kennissenkring is wel groot, maar verreweg de meesten kennen wij van concerten, waar je elkaar altijd weer ziet, maar verder niet.

Hoe is het nu bij u thuis? iedereen weer gewoon aan het werk, met een mooie herinnering op den achtergrond?

Hartelijke groeten aan u beide, uw

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA