MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19370321 Matthijs Vermeulen aan Henk van Wezel

Matthijs Vermeulen

aan

Henk van Wezel

Louveciennes, 21 maart 1937

Louveciennes (S et O)

2 Rue de l'Etang

21 Maart 1937

Zeer Geachte Heer van Wezel,

Zoo heb ik eindelijk met u kennis gemaakt door middel van de radio! Sinds vorigen zomer bedien ik mij van dit instrument en voor 't eerst trof ik uw naam op een programma. Welk een verrassing! Laat ik u direct zeggen, voor dat het wonder-kastje koud is, dat de transmissie uitstekend was, bijna zonder storingen. En ook dat uw vertolking van Saint-Saƫns' concert een der beste, een der mooiste is, die ik gehoord heb, zeer goed van toon, zelfs in de passages waar bijna geen enkele violoncel zangerig blijft klinken, magnifiek geluid op alle snaren, prachtig geƫquilibreerd, ik bedoel alle vier even expressief, even melodieus, even karakteristiek, en u weet zonder twijfel even goed als ik hoe zeldzaam dit is, en hoe zelden men een violoncellist den lof kan geven dat niet alleen zijne a zingt, maar zijn c, g en d even rijk, even vol, diep en boeiend als de a. Wanneer de componisten voor de waarheid wilden uitkomen zouden zij bekennen met de violoncel eigenlijk, of dikwijls, geen raad te weten omdat de violoncellist zooveel minder uit zijn vier snaren haalt, of zooveel minder erin legt, dan de violist b.v. Wat mij van avond in uw spel buitengewoon trof is dat er bij u van dit tekort geen sprake kan zijn en dat het idee van dat tekort zelfs niet in mijn hoofd zou zijn opgekomen als ik persoonlijk niet over het probleem getobd had voor dat ik u hoorde. Het is de eerste keer dat ik er geheel van overtuigd ben dat de beweerde inferioriteit van zangerigheid van alle snaren der violoncel op een vooroordeel berust, of liever op een ontoereikendheid bij 't merendeel der vertolkers, de beroemdste niet uitgezonderd. Schrijf mij hier over bij gelegenheid eens uwe opinie als vakman, want de mijne blijft per slot van rekening toch maar de meening van iemand die waarnemingen doet doch die, vooral tegenover een technicus, een beetje bang is om te concludeeren.

Het heeft me altijd gespeten u zeven jaar geleden niet te hebben kunnen hooren in Parijs. U, mijn eenige vertolker. Het was echter onmogelijk. Ik bevond me die dagen in een situatie waaraan ik nauwlijks durf terugdenken, waarvan de herinnering me nog drukt als een nachtmerrie. Gelukkig wist ik niet wat ik miste. Vandaag zou ik zoo'n offer niet meer over me kunnen verkrijgen. Toen immers was het reeds een offer.

Van Hijman vernam ik dat u mijn sonate onlangs nog gespeeld hebt in Arnhem. Ik ben er u werkelijk dankbaar voor geweest, ook al schreef ik niet tot nu toe. Daarover zou ik me slechts kunnen verontschuldigen door erop te wijzen hoe het voor u als mensch en kunstenaar pleit over mijn schijnbare onverschilligheid te zijn heengestapt. Het omgekeerde zou me gespeten hebben. Wat ik in mijn binnenste wensch is dat de vertolker zich enkel laat gelegen liggen aan het werk alleen. Maar als 't mij lukt deze lente en zomer mijn tweede violoncel sonate te voltooien zal ze het hoofdzakelijk danken aan U.

Geloof mij ondertusschen dat het mij een bijzondere vreugde geweest is dezen avond u te begroeten als een meester op uw instrument. En beschouw deze hulde niet als een compliment, als een vorm van beleefdheid, doch als een spontane, openhartige uiting.

Met hartelijke groeten

Uw

Matthijs Vermeulen

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA