MATTHIJS VERMEULEN

Adriaan Roland Holst

aan

Matthijs Vermeulen

Bergen, 17 juli 1928

Bergen, N.-H.

Juli. 17. 1928.

Dinsdag.

Beste Thijs,

Ik hoop, dat v. Kampen je het honorarium over 17 pagina's al stuurde?: ik schreef hem kort na ontvangst van je brief een dringend verzoek het te doen.

Vergeef me maar, beste kerel, dat ik epistolair zoo ontrouw was den laatsten tijd – 't was alleen epistolair – dat wil je wel geloven. 't Komt door de zomer-apathie, vermenigvuldigd door mijn ellendige slapeloosheid, die de laatste weken tot een soort ziekte werd, en waardoor ik mij slap en "eronder" voel. Een ander gevolg ervan is, dat ik er onnoemelijk tegenop zie op reis te gaan; maar ik moet begin Augustus wel gaan, want dan begint de kleine verbouwing in mijn huisje, die de "werkcel" tot resultaat moet hebben. Dat is mijn laatste litteraire hoop: die cel, waar geen boek zal worden geduld – alleen mijn duim om uit te zuigen. Maar soms vrees ik, dat ik in "de Afspraak" en in sommige gedichten het mijne gezegd heb, en nu verder wel in de zinnen ontbinden kan – Alleen het heimwee naar een onmogelijke heldere schoonheid blijft als een pijl in mij steken. Dit leven is zoo vernederend brandvrij tegen droomen –

Basta –

Ik schreef ook aan Stols, die mij antwoordde, dat hij op 't oogenblik onmogelijk aan een uitgave kan beginnen, waar niet een zékere winst voor hem aan verbonden is. Hij trouwt deze maand, en zit voor veel kosten van inrichting, etc. Maar hij zegt, dat hij 't in September zal doen. Tegen dien tijd help ik hem nog wel eens herinneren.

't Is jammer, dat je niet op Marsman's voorstel inging. Hij was 2 dagen bij mij en hij heeft een zeer groote en echte bewondering voor je. Kan je hem niet opdragen een bundel proza uit je werk van de laatste jaren (en van vroeger, voorzoover nog onuitgegeven) samen te stellen. Volgens hem zou een uitgave (b.v. bij "de Gemeenschap") voor jou ook finantieel zeker de moeite waard zijn.

Op mijn doorreis van België naar Normandië denk ik wel, dat ik nog 'n paar dagen in Parijs zal komen; ik laat 't je dan bijtijds weten, en wij maken dan wel een afspraak. Ik stel er mij veel van voor je terug te zien.

Hartelijke groeten, ook aan Anny, en een hand

van je

Jany

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA