MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19650914b Matthijs Vermeulen aan Thea Vermeulen-Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Vermeulen-Diepenbrock

Amsterdam, 14-15 september 1965

14-9-65

zeven uur

Grote goeie liefste, het was verscheurend daarstraks zo opeens van je losgerukt te worden en ik ben er nog niet overheen. Die dokters zaten ginds boven met hun allen in een dikke smook rondom een tafel. Ik merkte direct dat ik minstens tien minuten te vroeg kwam en wou al weglopen maar Rotier had me gezien en haastte zich achter mij aan. Ik moest terug. En eigenlijk zinneloos. Een recapitulatie van gisteren, maar nu voor andere dokters, die het geval interessant vinden. Als ze mijn kaak, mijn neus, mijn keel tenminste met een beetje consideratie behandelden. Als zij met hun breekijzers en ruwe poten zich tevoren eventjes afvroegen of ze mij geen pijn doen, of ik er geen pijn van zal krijgen, dan zou ik er mij best in schikken om te dienen tot leerzaam exemplaar. Maar zij pakken mij allen zo geweldig grof aan, dat ik er niet de geringste instemming voor kan opbrengen. Dan blijft me geen andere opvatting dan de passiviteit. Verschrikkelijk dat een hoop dingen zo lomp moeten gebeuren. Dat zo'n zuster meent zo bot in ons gesprek te kunnen binnen vallen. Altijd dat afschuwelijk gebrek aan een minimum delicatesse. Iemand zo'n verraderlijke stomp toe te dienen met wat domme woorden. En jij die een vermoeiende reis maakt, en wij die tien minuten nodeloos moeten missen. Ik had er geen vermoeden van dat de tijd zo vlug voorbij was. Wat zeg je van zo'n sérénade interrompue? Goeie liefste ik schrijf erover om het van me af te schudden. Na de onverhoedse en geweldige verrassing van je te zien binnenkomen, die ruk. Ik voel me er nog ellendig van. Zodra ik hier terug kwam zocht ik naar je afscheidswoorden die ik wist te zullen vinden. Een troost voor me. Meer leed ook. Zoals bij kinderen en in de tragedies, waar harder geschreeuwd of gezucht wordt, hoe meer men een lijden poogt te stillen. Dat is wel merkwaardig bedenk ik opeens. Zou ik er overheen zijn? Misschien. Het was ijselijk voor me! En voor jou?? Heb ik genoeg gebruld voor twee? Tot straks of tot morgen. Ik ben een tikje moe. Mais je t'aime, je t'adore, et je m'étonne de plus en plus. Ta gentillesse, ton amour sont comme la grâce. Comment les mériter? Je n'ose même pas penser de pouvoir les mériter.

Woensdag-ochtend

Om me bezig te houden in afwachting van je komst. Gisteravond niets meer gebeurd, behalve een onophoudelijk in-en-uit-geloop, altijd zacht en pas merkbaar als de klink van de deur tikt. Ik was niet in bonis. Ik had achter iets in mijn bol, maar ik wist niet wat. Pas vrij laat kwam het naar voren. De kapitale kwestie of Rotier met zijn fotos om drie uur klaar zou zijn, en dat ik niet de kans had gehad om je te verwittigen. Niet in slaap kunnen komen tot bij twee uur. Werd wakker met zorgen omdat mijn neus potdicht zat. Gisteren meende ik in een oogopslag van je (toen wij 't daarover hadden) bemerkt te hebben, dat je mijn achterbaksheid met de Otrivin hier niet geheel goedkeurde. Ik heb daarom vanochtend de zaak besproken met de hoofdzuster Gerbert. Expres had ik mij nog niet ingedruppeld en heb ruim drie uur naar lucht gehapt. De hoofdzuster toonde alle begrip. Zij kende het middel. Heeft mij toegestaan mezelf te bedruppelen, en direct een flaconnetje bezorgd. Van die gewetenzaak ben ik dus af, tot mijn opluchting, want stiekum verveelt me omdat ik het als vernederend voor mij voel. Toen de telefoon met jou geregeld. Heerlijk je bereidheid, je als 't ware organische negering, direct en totaal, van alle bezwaar dat zou kunnen geopperd. (Ik schrijf het je, dat is makkelijker dan zeggen) Nadat ik in kamer 3 terug was verscheen Prof. Jongkees. Lof voor de bloemetjes. Hij kwam mij inlichten dat er nog niets te zeggen is omtrent de dag van de eigenlijke behandeling. Er zijn veel fotos te nemen over wat hij noemt "de afwijking" in mijn mond. Ik zit hier te schrijven in de hall van de telefoniste. Omdat toen ik juist begonnen was de schoonmaakster binnenkwam, een aardige vrouw met een curieus gezicht dat bij een sprookje hoort. Een half uur geleden ook weer bloed afgetapt. Twee tubes. En het dubbeljoesietje.1 Voldoende maar moeizaam. Opgelucht als het juffertje.2 Daar komt de koffie. Jammer, een beetje te vroeg voor jou. Trouwens, het Amsterdamse water smaakt niet lekker, en maak dan eens goede thee of koffie.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. Bedoeld is de WC.
  2. Koosnaampje voor Odilia.