MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19630805 Matthijs Vermeulen aan M. Ruyneman-Marinissen - concept

Matthijs Vermeulen

aan

M. Ruyneman-Marinissen

 

Laren, 5 augustus 1963

 

5-8-63

Zeer Geachte Mevrouw Ruyneman

Ik kreeg een schok, waarvan altijd iets zal blijven natrillen, terwijl ik op die dinsdag-middag thuiskwam van mijn werk en mijn vrouw mij zei: Ruyneman is dood. Zo onverhoeds, zo onverwachts. En zo kort nadat hij zich nog de moeiten had gegeven om een plaat te laten maken van mijn twee sonaten, en mij zelfs een pick-up te bezorgen. Deze vrienden-dienst had mij al bijzonder getroffen, en nu kan ik dat niet anders zien dan als een verholen wenk van afscheid. Hij was de laatste van de kameraden mijner jeugd, die nog leefde. Na onze jeugdjaren zagen wij elkaar nog maar bij tussenpozen, doch de strijd die wij toenmaals samen gevoerd hebben, knoopte tussen ons zeer hechte banden, die ik voor onverbreekbaar hield, en steeds gerespecteerd heb wanneer iets essentieels in het geding kwam wat hem betrof.1 Ik geloof dat hij en ik hierin onveranderd eens zijn gebleven en solidair in onze gedachten. Dat gaat niet voorbij.

Er zal wel niemand zijn die de herinnering welke ik oproep beter kan begrijpen dan U. De enige troost die bij zulk een verlies, en zulk een gemis het leed even lenigen kan, ligt in herdenken van het goede waarmee hij ons een uur gelukkig maakte, en een dag voor altijd mooi. Ik betreur nu dat ik mijn vriend deze dank niet méér en niet duidelijker heb laten weten, toen ik het hem nog zeggen kon. Innig hopend Uw smart daarmee een weinig te kunnen verlichten zeg ik het aan U.

Met diepe deelneming

M.V.

 

concept

 

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. 'wanneer iets essentieels in het geding kwam wat hem betrof': Toen Ruynemans Strijkkwartet in 1951 bekroond werd met de tweede prijs in het concours van Luik, maakte Vermeulen zich sterk voor uitvoering door een Nederlands ensemble. Na de Amsterdamse première van dit werk door een Belgisch kwartet was hij er zeer lovend over (DGA, 24-5-1952). In zijn artikelen heeft Vermeulen verscheidene malen gepleit voor uitvoering van Ruynemans Tweede Symfonie door het Concertgebouworkest onder leiding van Eduard van Beinum (DGA, 2-4-1955). Toen dat niet gebeurde, schreef hij in De Groene van 17 september 1955: 'Zou Flipse zich niet kunnen bekreunen over de symfonie van Ruyneman? In Amsterdam werden de kansen bijna nul.' Over de première door het USO is te lezen in De Groene van 28 januari 1956.