Matthijs Vermeulen
aan
Donemus (E. van Es)
Laren, 26 augustus 1959
Laren (N.H.)
Drift 45
26 aug. 1959
Zeer Geachte Mejuffrouw Van Es,
Ik vind het geval zeer spijtig voor de heer Bontan die alles te zamen genomen uitstekend werk levert.
Maar aangaande cijfer 27 van de trombones vergist hij zich.
Er is op deze plek niet de geringste onduidelijkheid in mijn partituur. Ook niet de minste noodzaak om de partijen onderste boven te zetten.
Het zou volmaakt onlogisch zijn om aan de 3de Trombone opeens de hoogste en moeilijkste partij te geven.
De trombonisten zouden erom lachen!
De passage moet dus volgens mijn aanwijzingen verbeterd worden.
Wij hebben hierover ook géén telefonisch contact gehad.
Het enige telefonisch contact dat wij met de heer Bontan hadden (en dat gevoerd werd door mijn vrouw) betrof een kleine moeilijkheid in de rangschikking van grote en kleine trompetten. De heer B. heeft toen de meest redelijke oplossing gekozen, en zodra mijn vrouw mij de kwestie voorlegde (ik was uit wandelen geweest) heb ik de aarzeling van de heer B. begrepen, en zijn zienswijze na een blik in de partituur geapprouveerd.
Over de trombones echter heeft hij ongelijk.
Wat is er besloten omtrent zijn enkele harp-partij voor twee harpen, die m.i. uiterst hinderlijk moet zijn voor elke van de harpisten? Ik zie slechts één oplossing: opnieuw schrijven. <in het handschrift van Joanna Diepenbrock: Niet nodig. Hiervoor is een oplossing gevonden door de Heer Jurres en mij. J.D.> En dan had ik nog zeer gaarne een drukproef van de harpen.
Met vriendelijke groeten en de meeste hoogachting,
Matthijs Vermeulen.
Verblijfplaats: Den Haag, Nederlands Muziek Instituut, archief Donemus