Sem Davids
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 7 februari 1958
Amsterdam, 7. 2. '58
Beste Thijs, ik zal morgen niet naar Laren kunnen komen om je de hand te drukken, en wel om een reden, die je zult billijken: ik ben jarig en krijg bezoek.
Laat ik je dus schriftelijk zeggen, dat ik blij was met het stuk van Jaap in onze Groene, en dat ik hartelijk hoop, dat je nog lang zult kunnen werken en leven met die liefde, die gloed en als het nodig is die toorn, die componenten zijn van de mens Matthijs Vermeulen. En dit dan met hen, die je lief zijn.
Je te les serre.
Sem
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA