Matthijs Vermeulen
aan
J.J. van der Linden
Laren, 11 december 1956
Laren (N.H.)
Drift 31
11 december 1956.
Jan,
Wij zijn nu voor anderhalf jaar in kannen en kruiken, esoterisch gesproken over de Waterman, alias de Schenker. Wanneer de anderhalf jaar achter ons liggen zal ik zeventig tellen. Wie dan leeft dan zorgt. Ontvang mijn diepste dank voor een zo ruim vooruitzicht van bevrijding.
Ik ben bezig aan een werk waarmee ik nogmaals probeer de mensen verliefder te maken en bezielder. Het zal wel symphonische afmetingen krijgen. Voor deze arbeid is maar weinig zo stimulerend als je brief van gisteren en je woorden van vertrouwen. Ik doe mijn best en je hebt er deel aan.
Hoe eer je hier wederom binnenrijdt met je tweehonderdspannige karos van de tovenaar, hoe liever. Sinterklaas bracht ons zes flessen wijn. Ze werden nog niet aangebroken. Wij zullen daarmee wachten tot je verschijnt. De waarheid die volgens het spreekwoord in die drank is, zal vertellen van je edelmoedigheid en onze vriendschap, for ever.
Een hartelijke hand van
je
Matthijs.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA