MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19561015 Matthijs Vermeulen aan A. Roland Holst

Matthijs Vermeulen

aan

Adriaan Roland Holst

Amsterdam, 15 oktober 1956

Amsterdam

Herengracht 330

15 oct. 1956

Maandagochtend.

Beste Jany,

Het speet me geweldig vorige Donderdag je te moeten aftelegraferen want al de dagen sinds ik je boekje kreeg was ik bezig met je geweest, lezend, herlezend, bewonderend, gegrepen, en in dat hernieuwd contact met jouw "wereld", die mij hielp mij te genezen, had ik een sterk verlangen naar een enigszins grondig gesprek. Ik verheugde me er zelfs over dat je voor éen keer je rituele tuk zoudt doen op de divan van mijn kamertje. Zoals we een stoel hebben waarvan Thea kan zeggen "daarin heeft Gorter gezeten", zo zou later Odilia kunnen zeggen: "daarop heeft Jany gedommeld"!

Dat kan allemaal nog gebeuren.

Thea, die plomp-verloren gevallen is van een trapje in het Concertgebouw, ligt nog aan haar sponde gekluisterd. Haar knie en been waren vreselijk om te zien, maar hernemen langzaamaan hun vorm en kleur. Ik was er niet bij, helaas, toen zij viel. Mijn leven lang heb ik nog geen ongeluk bijgewoond. Volgens mijn ondervinding is in mijn buurt alles safe, en dat stemt me dikwijls panisch.

Wanneer ik voor 't ogenblik een wens mag uiten zou het zijn dat je plan van een uitgave mijner geschriften, als die kans bestaat, zo spoedig mogelijk wordt aangepakt. Een klein tegoed in het naaste verschiet ware me welkom. Met die geldinzameling schijnt het me niet erg te willen vlotten, en ik zou graag hebben wat me altijd gemankeerd heeft: een beetje gevoel van veiligheid. Ik, die me nooit tegen iets heb willen verzekeren!

De muziek begint geleidelijk terug te komen. Tien jaren ben ik ontrouw geweest, voor meer dan 9/10 van deze tijd, aan wat jij noemt "de persoonlijkheid".

Tot weldra, meen ik. Schrijf me.

Hartelijke groeten, ook van Thea

totus tuus

Matthijs.

Verblijfplaats: Den Haag, Literatuurmuseum