Adriaan Roland Holst
aan
Matthijs Vermeulen
Bergen, 14 oktober 1956
Bergen N.-H.
14. X. '56 –
Vrijdag –
Beste Thijs,
Het telegram was een teleurstelling, want ik verheugde mij op ons samenzijn − maar vooral om het ongeval van Thea. Van harte hoop ik, dat zij gauw weer geheel zal zijn hersteld, en de afspraak dan door kan gaan.
Nu even iets anders. Ingesloten vindt je de aankondiging van een concert, dat een zoon van mijn vriend, de schilder Ten Holt, hier zal geven uit eigen composities. Ik meen, dat hij je eenige jaren geleden een van zijn composities heeft gestuurd (− of laten hooren?) − Ook namens de voorzitter van het Kunstenaars Centrum kom ik je vragen, dit concert bij te komen wonen; wij zouden 't bijzonder op prijs stellen als je er iets over zoudt willen schrijven, dat dan − dunkt mij − nog wel in "De Groene" zou kunnen verschijnen. Je zoudt mij een gróót genoegen doen als je hierin toestemde. Ik stel je voor om tegen het theeuur bij mij te komen; wij gaan dan samen in 't dorp eten, en na het concert blijf je bij mij overnachten. Dat geeft ons dan een ruime gelegenheid onze contactschade van zoovele jaren wat in te halen –
Zeg nu maar ja! –
Bert Bakker zit bij mij. Hij hoopt gauw een afspraak met je te maken over die "pocket" en eventueele bijdragen aan zijn tijdschrift "Maatstaf" –
Met mijn beste wenschen voor Thea, en veel hartelijks voor jullie beiden
steeds je
Jany
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA